Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiser],
de minister van Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 1 juli 2020 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijk verblijf voor kort verblijf door eiser, die verblijvend buiten Curaçao was. Eiser, geboren op 5 september 1979 in Venezuela, had sinds december 2002 in Curaçao verbleven, maar zijn verblijf was illegaal. De aanvraag werd afgewezen op basis van eerdere beslissingen van verweerder, die eiser ongewenst had verklaard en hem in vreemdelingenbewaring had geplaatst. Eiser had in het verleden meerdere aanvragen voor een verblijfsvergunning ingediend, maar deze waren steeds afgewezen. Het Gerecht oordeelde dat de bijzondere mogelijkheid van verlening van een vergunning voor kort verblijf niet van toepassing was op de situatie van eiser, gezien zijn eerdere verblijfsstatus en de illegale aard van zijn verblijf. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en het bestreden besluit van verweerder werd in stand gelaten. Het Gerecht zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.