In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 24 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Laboratorio de Medicos B.V. en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB had eiseres verzocht om haar jaarrekeningen over de jaren 2015, 2016 en 2017 over te leggen, onder de dreiging van sancties bij niet-nakoming. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, waarna de SVB het bezwaar doorstuurde naar een Rechtsgeleerde, die zich onbevoegd verklaarde. De zaak werd vervolgens doorgezonden naar het Gerecht, dat op 4 juli 2019 een openbare zitting hield. Tijdens deze zitting werd besloten om de behandeling te schorsen om partijen de gelegenheid te geven nadere stukken in te dienen.
Het Gerecht oordeelde dat de Rechtsgeleerde niet bevoegd was om te beslissen over geschillen tussen de SVB en medewerkenden, omdat er geen expliciete grondslag in de Landsverordening was voor een afwijkende rechtsgang. Het Gerecht concludeerde dat het informatieverzoek van de SVB niet als een beschikking in de zin van de Landsverordening is aan te merken, en dat het Gerecht daarom onbevoegd was om op het beroep te beslissen. De slotsom was dat de verzoeken van de SVB niet gericht waren op rechtsgevolg, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er staat hoger beroep open tegen deze uitspraak binnen zes weken na kennisgeving.