Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
5.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen van Curaçao over de toepassing van het belastingtarief in het kader van de penshonado-regeling. De belanghebbende, die sinds 19 maart 2008 als ingezetene in Curaçao is geregistreerd, had in zijn aangifte voor het jaar 2016 een belastbaar inkomen van NAf 79.516 opgegeven en het pensionado-tarief van 5% aangekruist. De Inspecteur heeft echter een aanslag opgelegd met een tarief van 10%, conform artikel 23B van de Landsverordening op de inkomstenbelasting (LIB).
De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Inspecteur heeft de aanslag gehandhaafd. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat het afgesproken tarief van 5% van toepassing zou moeten zijn, omdat dit jarenlang zo is toegepast. De Inspecteur daarentegen stelt dat het juiste tarief van 10% is toegepast, zoals vastgelegd in de gewijzigde penshonado-regeling.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de oude regeling, die een tarief van 5% kent, niet van toepassing is op de belanghebbende, aangezien hij zich na de wijziging van de regeling in 1998 heeft gevestigd. De Inspecteur heeft het juiste tarief toegepast. Bovendien is het beroep op het vertrouwensbeginsel afgewezen, omdat er geen bewijs is dat de Inspecteur een weloverwogen standpunt heeft ingenomen dat de belanghebbende mocht vertrouwen. Het Gerecht heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard.