ECLI:NL:OGEAC:2020:131

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 januari 2020
Publicatiedatum
19 mei 2020
Zaaknummer
Cur201701187 (voorheen AR 82350/2017)
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van een nalatenschap met schatting van de waarde van een Hyundai en inboedelgoederen

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om de verdeling van een nalatenschap. De eisers in conventie, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], hebben de gedaagden in reconventie, [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], aangeklaagd met betrekking tot de verdeling van de nalatenschap van erflaters [naam 1] en [naam 2]. De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, met tussenvonnissen van 13 november 2017 en 24 juni 2019, en diverse aktes van partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen inhoudelijke bezwaren zijn gemaakt tegen het verslag van [eiser sub 1] als curator van de erflater, behalve met betrekking tot de waarde van de auto, een Hyundai Accent uit 2001. De rechtbank heeft de waarde van de auto geschat op NAf 2.000, ondanks de betwisting door de gedaagden. Daarnaast is de waarde van de inboedelgoederen geschat op NAf 6.500. De rechtbank heeft geoordeeld dat alle legitimarissen het legaat van de erflaters hebben aanvaard en heeft de verdeling van de nalatenschap vastgesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank heeft ook verklaard dat de door [eiser sub 1] c.s. ten laste van [gedaagde sub 1] gelegde beslagen zijn vervallen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:

1.[eiser sub 1],

wonende in Curaçao,
2. [eiser sub 2],
wonende in Dordrecht, Nederland,
eisers in conventie, gedaagden in reconventie,
gemachtigde: mr. S.P. Osepa,
tegen

1.[gedaagde sub 1,

2. [gedaagde sub 2],

3. [gedaagde sub 3],
wonende in Curaçao respectievelijk Nederland,
gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie,
gemachtigde: mr. S.C. Larmonie.

1.Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 november 2017;
- het tussenvonnis van 24 juni 2019;
- de aktes van partijen van 18 september 2019;
- de antwoordaktes van partijen van 18 november 2019.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

in conventie en in reconventie
2.1
Inmiddels is ook [gedaagde sub 3] in het geding verschenen. Thans kan tot verdeling worden overgegaan.
2.2
Ten aanzien van de diverse geschilpunten overweegt het gerecht het volgende.
a.
rekening en verantwoording [eiser sub 1]
[eiser sub 1] heeft bij zijn akte van 18 september 2019 verslag gedaan van zijn beheer als curator van erflater. Daartegen zijn geen inhoudelijke bezwaren gemaakt, behalve ten aanzien van de hierna nog te bespreken auto. Bij de verdere beoordeling zal er dan ook van worden uitgegaan dat de inkomsten van erflater ten behoeve van erflater zijn besteed en dat de uitkeringen in verband met het overlijden van erflaatster en erflater eveneens naar behoren zijn besteed. Bij de vordering tot veroordeling van [eiser sub 1] om rekening en verantwoording af te leggen bestaat dan ook geen belang meer.
de legaten
Alle legitimarissen ([eiser sub 1], [eiser sub 2] en [gedaagde sub 1]) hebben bevestigd het legaat van erflaters te aanvaarden. Gelet daarop zal daarover worden beslist als hierna onder 3.1 tot en met 3.3 omschreven.
banksaldi
Voor de overboeking naar haar eigen rekening van het bedrag van NAf 66.172 heeft [gedaagde sub 1] een verklaring gegeven. Dat van dit bedrag met instemming van erflaatster de in productie 7 CvA/E omschreven uitgaven zijn gedaan, is onvoldoende gemotiveerd bestreden. Het gerecht zal [gedaagde sub 1] c.s. dan ook volgen in hun stelling dat van de banksaldi van erflaters nog het bedrag van NAf 51.483,76 (thans op spaarrekening [nummer] t.n.v. [gedaagde sub 1]) resteert.
de auto
De auto betreft een Hyundai Accent uit 2001, en was ten tijde van het openvallen van de nalatenschappen al 15 jaar oud en in het bezit van [eiser sub 1]. De door [gedaagde sub 1] c.s. genoemde waarde van NAf 30.000 zal de nieuwprijs zijn, maar die is hier niet relevant. De door [eiser sub 1] c.s. genoemde waarde (en verkoopprijs) van NAf 800 is door [gedaagde sub 1] c.s. betwist, waarbij zij wijzen op het feit dat [eiser sub 1] volgens zijn rekening en verantwoording circa NAf 1.500 aan reparaties van de auto heeft besteed. Geen van partijen heeft verzocht de waarde door een deskundige te laten vaststellen en alle partijen hebben de wens uitgesproken dat snel tot een afwikkeling van de nalatenschap wordt gekomen. Gelet daarop zal het gerecht de waarde van de auto schatten, en wel op NAf 2.000.
de aanspraken van [gedaagde sub 1] op [adres nummer]
[gedaagde sub 1] stelt dat zij rechthebbende is met betrekking tot (een deel van) de opstallen op de huurgrond [adres nummer]. Dit is door [eiser sub 1] c.s. betwist, onder meer met verwijzing naar het door hen overgelegde kort geding-vonnis van 17 september 2018. Hetgeen [gedaagde sub 1] ter onderbouwing van haar stelling heeft aangevoerd, waaronder de verklaring overgelegd als productie 19, is onvoldoende om te kunnen aannemen dat de huurrechten met betrekking tot [adres nummer] en de rechten met betrekking tot het daarop gebouwde (deels) aan [gedaagde sub 1] toekomen en niet tot de nalatenschap behoren. Ook voor verrekening van een aan [gedaagde sub 1] toekomende vergoeding bestaat onvoldoende grond.
sieraden
Partijen betwisten dat zij sieraden onder zich hebben. Dat de nalatenschap mede sieraden omvat is onvoldoende gebleken. Deze post zal dan ook niet in de verdeling worden betrokken.
lening [eiser sub 1]
Dat sprake was van een geldlening door erflaatster aan [eiser sub 1] van NAf 3.000 is door [eiser sub 1] betwist. Het bestaan van een dergelijke lening is niet aannemelijk geworden.
de inboedelgoederen
[gedaagde sub 1] c.s hebben bij hun akte van 23 september 2019 een lijst van inboedelgoederen overgelegd, waarbij steeds een waarde is vermeld. Zij komen uit op een totale geschatte waarde van NAf 18.940. Deze zaken bevinden zich naar het gerecht begrijpt onder [eiser sub 1]. [eiser sub 1] c.s. hebben zich op het standpunt gesteld dat [gedaagde sub 1] c.s. de goederen tegen het door hen geschatte bedrag toegedeeld kunnen krijgen. Zij zelf schatten de waarde op NAf 2.500 à 3.500. [gedaagde sub 1] c.s. hebben in hun laatste akte uitdrukkelijk te kennen gegeven de inboedelgoederen niet toegescheiden te willen krijgen. Geen van partijen heeft verzocht de waarde door een deskundige te laten vaststellen en alle partijen hebben de wens uitgesproken dat snel tot een afwikkeling van de nalatenschap wordt gekomen. Gelet daarop zal het gerecht de waarde van de inboedelgoederen schatten. Afgaand op de omschrijvingen in de inboedellijst en hetgeen partijen over de desbetreffende zaken hebben gesteld, zal de waarde worden gesteld op NAf 6.500.
i.
het beslag
Namens [gedaagde sub 1] c.s. is bij CvA/E op goede grond aangevoerd dat de eis in de hoofdzaak niet tijdig is ingesteld. Het beslag is dan ook vervallen. Duidelijkheidshalve zal op dit punt een verklaring voor recht worden gegeven. Die beslissing valt binnen het door [gedaagde sub 1] c.s. verzochte (onder meer in haar akte van 11 maart 2019).
2.3
Partijen zijn ieder voor 1/5 deel gerechtigd in de nalatenschap. Na voldoening van de legaten, bestaat/bestond de onverdeelde gemeenschap uit:
- banksaldi NAf 51.483,76
- de auto NAf 2.000
- de inboedelgoederen
NAf 6.500 +
NAf 59.983,76,
hetgeen resulteert in een aandeel van ieder van NAf 11.996,75.
2.4
Aan [eiser sub 1] worden toegescheiden de auto (NAf 2.000) en de inboedelgoederen (NAf 6.500). Hem komt uit de banksaldi nog toe (NAf 11.996,75 -/- 2.000 -/- 6.500 =) NAf 3.496,75. Aan alle andere partijen komt uit de banksaldi een bedrag van NAf 11.996,75 toe.
2.5
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissingen. Gelet op de familierelatie zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

3.Beslissing

Het gerecht:
in conventie en in reconventie:
3.1
bepaalt dat aan [eiser sub 2] wordt toegescheiden het tot 23 december 2020 lopend recht van erfpacht op een perceel grond, bekend als Blok Y kavel nummer 29 van het verkavelingsplan [WIJK A], ter grootte van 438 m2, nader omschreven in meetbrief nummer 17 van 1960, met het daarop gebouwde, plaatselijk bekend als [ADRES A], met bepaling dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van levering;
3.2
bepaalt dat aan [gedaagde sub 1] worden toegescheiden de huurrechten en overige rechten en aanspraken van erflaters [naam 1] en [naam 2] op het perceel grond, gelegen in het Tweede District van Curaçao, bekend als Domeinkaart Blad x, kaveling nummer 21, ter grootte van 850 m2, met de daarop gebouwde opstallen, plaatselijk bekend als [ADRES B];
3.3
bepaalt dat aan [eiser sub 1] worden toegescheiden de huurrechten en overige rechten en aanspraken van erflaters [naam 1] en [naam 2] op het perceel grond, met de daarop gebouwde opstallen, plaatselijk bekend als [ADRES nummer];
3.4
verdeelt de nalatenschap van erflaters [naam 1] en [naam 2] aldus dat aan [eiser sub 1] worden toegescheiden de auto en de inboedelgoederen en dat uit het bedrag van NAf 51.483,76 aan [eiser sub 1] toekomt NAf 3.496,75 en aan ieder van de overige partijen NAf 11.996,75;
3.5
veroordeelt [gedaagde sub 1] om aan [eiser sub 1] NAf 3.496,75 te betalen en aan [eiser sub 2], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] ieder NAf 11.996,75;
3.6
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.7
verklaart voor recht dat de door [eiser sub 1] c.s. ten laste van [gedaagde sub 1] gelegde beslagen zijn vervallen;
3.8
wijst af het meer of anders gevorderde;
3.9
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.