Uitspraak
1.HET LAND CURACAO,
3.MADURO & CURIEL’S BANK N.V.,
4.GIROBANK N.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.De beoordeling
détournement de pouvoir.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de Stichting Kadaster en Openbare Registers Curaçao een kort geding aangespannen tegen het Land Curaçao en de Ontvanger van het Land. De Stichting vordert dat het Land en de Ontvanger hen verbieden om een dwangschrift ten uitvoer te leggen dat betrekking heeft op een factuur van NAf 15 miljoen, die door het Land aan de Stichting is gestuurd voor zogenaamde 'overreserves'. De Stichting stelt dat zij niets verschuldigd is en dat de Ontvanger niet bevoegd is om deze vordering te incasseren. De Ontvanger heeft echter betoogd dat het gefactureerde bedrag publieke gelden betreft die aan het Land moeten worden afgedragen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de Ontvanger niet gerechtigd is om het dwangschrift ten uitvoer te leggen, omdat de vordering van het Land op de Stichting niet kan worden geheven. De vordering van de Stichting is in grote lijnen toegewezen, waarbij de Ontvanger is verboden om het dwangschrift uit te voeren en de vorderingen aan de banken te handhaven. De proceskosten zijn voor de Ontvanger, die als de in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt.