Uitspraak
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift van 7 februari 2019, met producties;
- de producties van Fly Always;
- de behandeling ter zitting van 21 maart 2019;
- de pleitaantekeningen van mr. Moeniralam.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft [verzoekster], werkzaam bij de naamloze vennootschap Fly Always N.V., een loonvordering ingediend. De arbeidsovereenkomst was mondeling aangegaan voor een bepaalde tijd van zes maanden met een afgesproken salaris van NAf 2.500. Na de mondelinge overeenkomst is de arbeidsovereenkomst stilzwijgend voortgezet, maar er ontstond onduidelijkheid over de schriftelijke vastlegging van het salaris. Fly Always stelde dat het salaris een 'bruto bruto' bedrag betrof, terwijl [verzoekster] meende dat het om een brutosalaris ging. De rechter oordeelde dat er geen expliciete afspraken waren gemaakt over de aard van het salaris, en dat [verzoekster] recht had op het afgesproken brutosalaris van NAf 2.500. Fly Always werd veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. Daarnaast werd Fly Always ook veroordeeld tot betaling van het salaris over de niet gewerkte dagen in november 2018, omdat het bewijs van betaling niet voldoende was aangetoond. De vordering tegen de directeur van Fly Always werd afgewezen, omdat niet aan de vereisten voor persoonlijke aansprakelijkheid was voldaan. De proceskosten werden ten laste van Fly Always gesteld, omdat zij grotendeels in het ongelijk was gesteld.