ECLI:NL:OGEAC:2019:93
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toezichthouder gedoogt exploitatie casino zonder vergunning; geen verplichting om die exploitatie te faciliteren
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap HOTELMAATSCHAPPIJ OTROBANDA N.V. (HMO) een kort geding aangespannen tegen de stichting STICHTING GAMING CONTROL BOARD (GCB) vanwege de weigering van GCB om medewerking te verlenen aan de reparatie en vervanging van defecte kansspelautomaten in het casino van HMO. HMO exploiteert een hotel-casino en heeft sinds 17 december 2012 een casinovergunning, die op 16 december 2015 is verlopen. HMO heeft een aanvraag voor een nieuwe vergunning ingediend, maar deze is op 31 augustus 2017 afgewezen. GCB heeft aangekondigd bestuursdwang te zullen toepassen als HMO de exploitatie niet staakt. HMO vordert in kort geding dat GCB hen toestaat de defecte automaten te repareren en nieuwe automaten te keuren, met een dwangsom bij niet-naleving.
Het gerecht heeft vastgesteld dat HMO op dit moment een casino exploiteert zonder de vereiste vergunning, wat wettelijk verboden is. De rechter oordeelt dat GCB niet verplicht kan worden om de illegale situatie te faciliteren, ook al gedoogt GCB momenteel de exploitatie zonder vergunning. HMO's argument dat GCB onrechtmatig handelt door niet mee te werken aan de reparatie van de automaten wordt verworpen, omdat HMO zelf in overtreding is. De rechter concludeert dat HMO niet kan eisen dat GCB hen helpt bij het faciliteren van een illegale situatie. HMO wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van GCB.
De uitspraak is gedaan door mr. Th. Veling op 23 april 2019, waarbij de vorderingen van HMO zijn afgewezen en HMO is veroordeeld in de proceskosten van GCB, begroot op NAf 1.500.