In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, heeft eiser, die in persoon procedeerde, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. U. van Bemmelen. De kern van het geschil betreft de overdracht van aandelen in Verudas Group B.V., waarbij zowel eiser als gedaagde elk 50% van de aandelen bezitten. Eiser heeft op 2 april 2019 een verzoekschrift ingediend, waarna de zitting op 24 april 2019 heeft plaatsgevonden. De uitspraak volgde op 30 april 2019.
De feiten van de zaak zijn als volgt: gedaagde heeft in november 2018 zijn aandelen te koop aangeboden aan eiser voor een bedrag van NAf 750.000. Eiser heeft echter in december 2018 aangegeven niet in staat te zijn om deze prijs te betalen en heeft in januari 2019 een verzoek gedaan om één aandeel over te nemen voor NAf 12.500. Gedaagde heeft dit aanbod echter verworpen en zijn eerdere aanbod ingetrokken. De statuten van Verudas bevatten een blokkeringsregeling die bepaalt dat aandelen eerst aan mede-aandeelhouders moeten worden aangeboden voordat ze aan derden kunnen worden verkocht.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op de overdracht van één aandeel, omdat gedaagde zijn aanbod om alle aandelen te verkopen niet heeft aanvaard. De rechter heeft vastgesteld dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen, aangezien eiser slechts één aandeel wilde overnemen, terwijl gedaagde zijn volledige aandelenpakket had aangeboden. Bovendien is de intrekking van het aanbod door gedaagde niet tijdig gebeurd, waardoor de vorderingen van eiser zijn afgewezen. Eiser is veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.