In deze zaak heeft eiseres, de minister van Justitie, een verzoek ingediend om afgifte van een verklaring omtrent gedrag (VOG) met als doel een medewerker te faciliteren bij een boekenonderzoek. Het verzoek werd op 31 juli 2017 door verweerder afgewezen, omdat er een openstaande strafzaak tegen eiseres liep. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Tijdens de zitting op 22 november 2018 was eiseres aanwezig, maar de gemachtigde van verweerder verscheen niet.
Het Gerecht overweegt dat op basis van de Landsverordening op de justitiële documentatie en de verklaringen omtrent het gedrag, een VOG alleen kan worden afgegeven als er geen bezwaren zijn tegen de betrokkene. In dit geval was er een openstaande strafzaak, wat verweerder als een belemmering beschouwde voor de afgifte van de VOG. Eiseres had eerder een tweede aanvraag ingediend, die op 13 november 2017 werd goedgekeurd, wat leidde tot de conclusie dat er geen procesbelang meer bestond om het bestreden besluit te toetsen.
Het Gerecht verklaart het beroep niet-ontvankelijk en oordeelt dat het Land Curaçao het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak werd gedaan op 18 januari 2019 door mr. D. Haan, in aanwezigheid van griffier mr. O.H.M. Leito. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak.