ECLI:NL:OGEAC:2019:67

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
9 april 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
CUR201800487
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding in belastingzaken

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 9 april 2019 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn. De belanghebbende, gevestigd te Curaçao, had op 24 juli 2015 een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2013 ontvangen, vergezeld van een verzuimboete van NAf 250 wegens het niet tijdig indienen van aangifte. Op 20 oktober 2017 heeft de belanghebbende bezwaar gemaakt tegen deze verzuimboete, maar de Inspecteur verklaarde het bezwaar op 21 december 2017 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

De belanghebbende heeft vervolgens op 16 februari 2018 beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Tijdens de zitting op 29 maart 2019 is de belanghebbende niet verschenen, terwijl de Inspecteur vertegenwoordigd was. Het Gerecht heeft overwogen dat de termijn voor het indienen van bezwaar, die twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet bedraagt, was overschreden. De belanghebbende voerde aan dat haar directeur en aandeelhouder langdurig ziek was en in mei 2017 is overleden, maar het Gerecht achtte deze omstandigheden niet voldoende om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.

Het Gerecht concludeerde dat de belanghebbende geen overtuigende redenen had aangevoerd die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en werd er geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht toegekend. De uitspraak werd gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, in aanwezigheid van de griffier N.N. Noël – van der Biezen BSc.

Uitspraak

Uitspraak van 9 april 2019
BBZ nr. CUR201800487
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[ Belanghebbende ], gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is op 24 juli 2015 een naheffingsaanslag winstbelasting over het jaar 2013 opgelegd van nihil. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van NAf 250 vanwege het niet tijdig doen van aangifte.
1.2
Belanghebbende heeft op 20 oktober 2017 bezwaar gemaakt tegen de verzuimboete.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 21 december 2017 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.
1.4
Belanghebbende heeft op 16 februari 2018 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Daarbij is NAf 150 aan griffierecht betaald.
1.5
De Inspecteur heeft op 13 maart 2019 een verweerschrift ingediend.
1.6
Ter zitting van 29 maart 2019 te Willemstad is namens de Inspecteur [ A ] verschenen. Namens belanghebbende is zonder bericht, niemand verschenen. Belanghebbende is bij brief van 12 februari 2019 uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Belanghebbende heeft op 11 maart 2019 de ontvangst bevestigd, zodat het Gerecht ervan uitgaat dat belanghebbende op regelmatige wijze is uitgenodigd.

2.OVERWEGINGEN

Ontvankelijkheid bezwaar

2.1
In artikel 29, lid 1, Algemene landsverordening Landsbelastingen (hierna: ALL) is bepaald dat degene die bezwaar heeft tegen een hem opgelegde belastingaanslag, binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een gemotiveerd bewaarschrift kan indienen bij de Inspecteur.
2.2
Het onderhavige aanslagbiljet is gedagtekend op 24 juli 2015. Het bezwaarschrift is op 20 oktober 2017 ingediend. Dit bezwaarschrift is dus buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend.
2.3
Een niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar op grond van termijnoverschrijding blijft echter achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het bezwaar in verzuim is geweest.
2.4
Belanghebbende heeft aangevoerd dat haar directeur en aandeelhouder [ B ] vanaf 2015 langdurig ziek was en in mei 2017 is overleden. Het Gerecht acht echter niet aannemelijk dat belanghebbende als gevolg van de ziekte van haar directeur niet in staat was om een (pro forma) bezwaarschrift in te dienen dan wel een gemachtigde in te schakelen die dit voor haar kon doen. Daarbij komt dat belanghebbende op 24 juni 2015 een definitieve aangifte winstbelasting 2014 heeft ingediend en op 24 juni 2016 een definitieve aangifte winstbelasting 2015, zodat te meer niet valt in te zien dat belanghebbende door ziekte van haar directeur en enig aandeelhouder niet in staat was bezwaar in te stellen.
2.5
Belanghebbende heeft derhalve geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar is te achten. De Inspecteur heeft het bezwaar dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard.

3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT

Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten of het griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 9 april 2019, in tegenwoordigheid van de griffier N.N. Noël – van der Biezen BSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
- natuurlijke personen: NAf. 200
- personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf. 500