ECLI:NL:OGEAC:2019:370

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
16 december 2019
Publicatiedatum
8 december 2020
Zaaknummer
CUR201801365
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroepsfout notaris en beschikkingsonbevoegdheid verkoper in koopovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, heeft eiser een klacht ingediend tegen de notaris wegens beroepsfout. De kern van het geschil draait om de vraag of de notaris eiser correct heeft geïnformeerd over de juridische status van de verkoper, die in werkelijkheid beschikkingsonbevoegd was. Eiser had een lening verstrekt aan de verkoper, Beautiful Affordable Homes B.V., en had een koopovereenkomst getekend voor de aankoop van vier percelen grond. Eiser stelt dat de notaris hem had moeten wijzen op de risico's en gevolgen van de koopovereenkomst, aangezien de verkoper niet bevoegd was om de percelen te verkopen.

De notaris heeft verweer gevoerd en betwist dat hij eiser niet op de hoogte heeft gesteld van de beschikkingsonbevoegdheid van de verkoper. Hij stelt dat eiser zich bewust was van de risico's en dat hij de notaris zelf had benaderd voor de koopovereenkomst. De Kamer van Toezicht Notariaat heeft geoordeeld dat de notaris zich schuldig heeft gemaakt aan handelen in strijd met de zorgplicht die hij heeft ten opzichte van zijn cliënten. De notaris had eiser schriftelijk moeten informeren over de onjuistheid van de garantie in de koopovereenkomst, wat niet is gebeurd.

De rechter heeft geoordeeld dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld en dat de klacht van eiser gegrond is. De maatregel van berisping is passend geacht gezien de ernst van de situatie. Eiser vordert schadevergoeding van de gedaagden, die als notaris(kantoor) onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld door een koopovereenkomst te adviseren met een verkoper die niet beschikkingsbevoegd was. De rechter heeft gedaagden in de gelegenheid gesteld om hun stellingen te bewijzen en heeft verdere beslissingen aangehouden.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:
[EISER],
te Curaçao,
eiser,
gemachtigde: mr. J.H. Scheidelaar,
tegen

1.[GEDAAGDE SUB 1,

en
2. NOTARISKANTOOR [naam gedaagde sub 1] N.V.,
te Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde: mr. S. Limon.

1.Het verdere procesverloop

Na het tussenvonnis van 8 april 2019 hebben partijen ieder een akte en een antwoordakte genomen. Vonnis is nader bepaald op heden.

2.Het geschil

2.1
Bij beslissing van de Kamer van Toezicht Notariaat te Curaçao van 31 augustus 2017 is naar aanleiding van een door eiser tegen gedaagde sub 1 ingediende klacht onder meer als volgt geoordeeld:

2.De feiten

2.1.
Klager is door [naam verkoper], als directeur van Beautiful Affordable Homes B.V. (hierna: [naam verkoper]), benaderd om deel te nemen aan het project middenstandwoningen te Juan Hatoweg, door hem een lening (hierna: de lening) te verstrekken van NAf 75.000,-.
2.2.
Op 6 februari 2014 hebben partijen een koopovereenkomst getekend waarbij zij zijn overeengekomen 1) dat [naam verkoper] aan klager verkoopt/klager van [naam verkoper] koopt vier percelen grond gelegen in het tweede district van Curaçao, deel uitmakende van de gronden van “Vergenoeging”, bekend als kavels 5, 6, 7 en 8, ter grootte van respectievelijk ongeveer 302 m2, 280 m2, 280 m2 en 305 m2; en 2) dat klager een bedrag van NAf 45.000,- zal lenen aan [naam verkoper] voor verschillende documenten welke [naam verkoper] nodig heeft in het kader van het woningbouwproject aan de Juan Hatoweg, alsmede dat klager NAf 30.000,- zal storten bij de notaris, zulks in het kader van de koopovereenkomst welke is getekend tussen [naam verkoper] en de Erven […], alsmede dat terugbetaling, inclusief rente ad 25%, door [naam verkoper] zal geschieden uit de opbrengst van de transportakten van het woningbouwproject aan de Juan Hatoweg, en tenslotte dat zodra bedoelde terugbetaling heeft plaatsgevonden de koopoverkomst zal zijn ontbonden.
2.3
Artikel 9, onder a, van de koopovereenkomst luidt als volgt:
Artikel 9
Verkoper garandeert, onverminderd het hiervoor in artikel 4 bepaalde, het volgende:
a. Verkoper is bevoegd tot verkoop en levering van het registergoed.
(…)
2.4
Met de koop/verkoop van de vier percelen grond heeft de notaris beoogd aan klager een vorm van borg te verschaffen tot zekerheid voor de terugbetaling van de lening.
2.5
Klager heeft naderhand vernomen dat [naam verkoper] niet beschikkingsbevoegd is ten aanzien van de percelen.

3.De klacht

3.1.
Klager stelt dat hij door de notaris is misleid, nu de notaris hem had moeten wijzen op de aan de rechtshandeling verbonden gevolgen en risico’s. Klager stelt dat de notaris aan hem heeft gegarandeerd dat met de koopovereenkomst alles veilig en in orde was, zodat klager over kon gaan tot het verstrekken van de lening aan [naam verkoper]. Klager meent dat de notaris hem bij die gelegenheid had moeten wijzen op het feit dat [naam verkoper] niet beschikkingsbevoegd was.

4.Het verweer

4.1.
De notaris heeft verweer gevoerd, inhoudende – samengevat – het volgende. Klager wist dat hij een risico nam. Klager heeft dat risico welbewust genomen en daarvoor ook een hoge rente bedongen. Klager en [naam verkoper] hebben zelf de notaris benaderd met het idee voor de koopovereenkomst. De notaris heeft klager mondeling ingelicht over de risico’s, en met zoveel woorden gezegd dat [naam verkoper] niet beschikkingsbevoegd was, dat de zekerheid niet bestond uit de verkochte percelen en dat als het onverhoopt mis zou gaan klager niet meer dan een vordering uit wanprestatie in handen zou hebben.

5.De beoordeling

5.1
Ingevolge artikel 57 lid 1 van de Landsverordening op het notarisambt kan de notaris die zich schuldig maakt aan enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij behoort te betrachten ten opzichte van degene ten behoeve van wie hij optreedt, door de Kamer van Toezicht worden onderworpen aan een van de in die bepaling genoemde maatregelen. De Kamer oordeelt als volgt.
5.2
Vast staat dat er voorafgaand aan het concipiëren en ondertekenen van de koopovereenkomst besprekingen tussen [naam verkoper], klager en de notaris hebben plaatsgevonden ten kantore van de notaris. Klager heeft betwist dat de notaris hem bij die gelegenheid heeft ingelicht omtrent de beschikkingsonbevoegdheid van [naam verkoper]. Hetgeen al dan niet gezegd is kan echter in het midden blijven. Nu de notaris wist dat het klager om zekerheid te doen was en de overeenkomst geen zekerheid biedt, meer in het bijzonder artikel 9, onder a, van de koopovereenkomst in strijd met de waarheid is opgemaakt, had de notaris klager daarvan schriftelijk op de hoogte moeten stellen. Nu hij dat niet heeft gedaan heeft de notaris zich schuldig gemaakt heeft aan handelen en nalaten in strijd met de zorg die hij behoort te betrachten ten opzichte van degene ten behoeve van wie hij optreedt en is de klacht tegen hem gegrond.
5.3
Gezien de ernst van de handelwijze acht de Kamer de maatregel van berisping passend.
2.2
Eiser vordert dat het Gerecht gedaagden bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad hoofdelijk zal veroordelen tot betaling aan eiser van:
- NAf 75.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 februari 2014;
- NAf 18.750;
- NAf 8.500, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 december 2015;
- de proceskosten.
2.3.
Gedaagden hebben verweer gevoerd.

3.De beoordeling

3.1
Op grond van hetzelfde feitencomplex als ten grondslag gelegd aan zijn klacht bij de Kamer van Toezicht Notariaat vordert eiser in deze zaak schadevergoeding van gedaagden. Volgens eiser hebben gedaagden als notaris(kantoor) onrechtmatig jegens hem gehandeld door hem een koopovereenkomst te adviseren en te laten aangaan met een verkoper die niet beschikkingsbevoegd was en zonder enige zekerheid voor de terugbetaling van het door eiser aan de verkoper verstrekte bedrag van in totaal NAf 75.000.
3.2
Vaststaat dat de verkoper nooit eigenaar is geworden van de verkochte zaken en die zaken niet aan eiser heeft geleverd. Naar niet gemotiveerd is betwist, is verhaal door eiser op de verkoper niet mogelijk.
3.3
Het onzorgvuldige en jegens eiser onrechtmatige karakter van de advisering aan eiser volgt in beginsel reeds uit de koopovereenkomst. Deze bevat in artikel 9 sub a een garantie van de verkoper dat hij bevoegd is tot verkoop en levering van het registergoed. Niet betwist is echter dat de notaris ermee bekend was dat de koper geen eigenaar was en dat hij niet beschikkingsbevoegd was. Deze garantie had dan ook niet in de koopovereenkomst mogen worden opgenomen. Als de koopovereenkomst bedoeld was als een vorm van zekerheid voor de terugbetaling van een lening van NAf 75.000, zoals gedaagden met verwijzing naar de slotbepaling van de koopovereenkomst stellen, geldt dat met deze constructie geen zekerheid werd verkregen. En ook in dat geval blijft staan dat artikel 9 een flagrante - in elk geval aan gedaagden bekende – onjuistheid bevat op een zeer wezenlijk punt.
3.4
Volgens gedaagden wist eiser heel goed dat de verkoper niet beschikkingsbevoegd was, dat artikel 9 sub a van de koopovereenkomst derhalve onjuist was en dat de overeenkomst hem geen zekerheid verschafte voor de terugbetaling van het door hem aan de verkoper verstrekte bedrag. Volgens gedaagden heeft de notaris dit helder aan eiser uitgelegd tijdens een bespreking in het restaurant van eiser, waarbij ook de verkoper aanwezig was, en later nog een keer met hetzelfde gezelschap op het kantoor van de notaris. Eiser heeft dit met klem betwist.
3.5
De koopovereenkomst noch de overige stukken bieden enige steun aan dit verweer van gedaagden.
3.6
Gelet op het door gedaagden gedane bewijsaanbod, zullen gedaagden in de gelegenheid worden gesteld hun stellingen te bewijzen. Gedaagden zullen zich bij akte kunnen uitlaten over de vraag op welke wijze zij bewijs wensen bij te brengen. Voor het geval zij getuigen willen doen horen, zullen zij de namen van de te horen personen moeten vermelden. Voor dat geval wordt van beide partijen opgave van verhinderdata verlangd.
3.7
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.Beslissing

Het Gerecht:
4.1
laat gedaagden toe hun stellingen als hiervoor onder 3.4 omschreven te bewijzen;
4.2
verwijst de zaak naar de rolzitting van maandag 20 januari 2020 voor akte uitlating bewijslevering zijdens gedaagden, alsmede opgave verhinderdata zijdens beide partijen, P1;
4.2
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 december 2019.