Uitspraak
Parketnummer: 520.00025/18
Vonnis van dit Gerecht
[VERDACHTE],
.
inCura
çao, als bestuurder van een personenauto
(Suzuki Vitara met kenteken [kentekennummer verdachte]
), daarmede rijdende over de weg [rijweg]
(in de westelijke richting
), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer
, althans aanmerkelijkonvoorzichtig en
/of onachtzaam, en/ofonoplettend, te handelen als volgt:
,is/heeft
, verdachte,verkeerde onder invloed van alcoholhoudende drank (2.2. milligram per milliliter bloed),
diebestemd is voor het voor
hem,verdachte
,tegemoetkomend verkeer, gereden,
al dan nietterwijl op dat moment een voor
hem,verdachte
,tegenliggend motorrijtuig op die rijstrook naderde,
of mede waardooreen botsing heeft plaatsgevonden tussen het motorrijtuig van hem, verdachte, en het tegemoetkomende motorrijtuig (Kia Picanto met het kenteken [kentekennummer slachtoffer 1]), waardoor de bestuurder van het laatstgenoemd
emotorrijtuig, te weten,
[slachtoffer 1], werd gedood
;
zodanig heeft gereden (op rijstrook van het tegemoetkomende verkeer rijden) dat hij uiteindelijk tegen een motorrijtuig is gebotst en/of in aanraking is gekomen,
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Screening
Confirmatie
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat er geen bevel door de rechter-commissaris is gegeven als omschreven in artikel 79a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering voor het afnemen van bloed bij de verdachte. Op het moment van de bloedafname was er geen verdenking van een overtreding waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten noch is de verdachte zoals gesteld in het derde lid gehoord en vruchteloos uitgenodigd om bloed af te staan, waardoor het resultaat van het onderzoek onrechtmatig is verkregen en niet voor het bewijs mag meewerken.
Door en namens de verdachte is aangevoerd dat de verdachte zich niets kan herinneren van het ongeval en dat aan de hand van het dossier niet bewezen is of de verdachte vermijdbaar en verwijtbaar rijgedrag heeft getoond. Bovendien kan de verdachte niet worden verweten te hard te hebben gereden, omdat geen onderzoek hieromtrent is uitgevoerd. Rijden onder invloed is naar de mening van de raadsvrouw, waarbij zij verwijst naar zevental rechtbank- en hofuitspraken, niet voldoende om tot bewijs van roekeloosheid te komen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
24 (vierentwintig) maanden;
4 (vier) jaren.