ECLI:NL:OGEAC:2019:359

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 juni 2019
Publicatiedatum
31 mei 2020
Zaaknummer
CUR201601496
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Letselschade na auto-ongeval met meerdere voertuigen en bewijslevering

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een letselschadeclaim na een auto-ongeval dat plaatsvond in de nacht van 18 op 19 oktober 2015 op de Nijlweg. Bij het ongeval waren verschillende voertuigen betrokken, waaronder een Paggio, een Yahama Raptor en een Malaguti. De eiser, die op de Paggio reed, heeft schade opgelopen aan zijn linkerknie en vordert schadevergoeding van de gedaagden, Aska Schadeverzekering N.V. en een tweede gedaagde, die in persoon is verschenen. De eiser heeft medische behandeling ondergaan en stelt dat de gedaagden aansprakelijk zijn voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van het ongeval.

Het procesverloop omvat verschillende stukken, waaronder een inleidend verzoekschrift, conclusies van antwoord en een mondelinge behandeling. De gedaagden hebben aansprakelijkheid betwist en stellen dat de eiser zelf een gevaar op de weg heeft veroorzaakt. De eiser heeft deze stelling gemotiveerd betwist en een alternatieve verklaring gegeven. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om de toedracht van het ongeval te onderbouwen en dat partijen een deskundige willen benoemen om de toedracht vast te stellen.

Het Gerecht heeft besloten dat de eiser kosteloos mag procederen, gezien zijn onvermogen om proceskosten te dragen. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere reacties van de partijen op de voorgestelde deskundige en vragen die aan deze deskundige moeten worden voorgelegd. Het Gerecht heeft iedere verdere beslissing aangehouden, in afwachting van de reacties van de partijen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:
[eiser],
wonende in Curacao,
eiser,
gemachtigde: mr. A.L. Tjon Kwam Paw en mr. U.F. Dickens,
tegen

1.de naamloze vennootschap

ASKA SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde sub 1,
gemachtigde: mr. A. Lachman,

2.[gedaagde sub 2]

wonende in Curacao,
gedaagde sub 2,
verschenen in persoon
Partijen zullen hierna [eiser] en Aska genoemd worden.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 6 december 2016 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord zijdens [gedaagde 2] van 24 april 2017;
- de conclusie van antwoord zijdens Aska van 5 juni 2017;
- de akte aanvullende tevens houdende akte wijziging en vermeerdering van eis van 19 oktober 2017;
- de mondelinge behandeling op 23 oktober 2017, alwaar alle partijen het woord hebben gevoerd;
- de akte uitlating zijdens [eiser] van 28 januari 2019;
- de akte uitlating zijdens Aska van 28 januari 2019;
- de e-mail zijdens mr. Dickens namens [eiser] van 2 mei 2019;
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
In de nacht van 18 op 19 oktober 2015 heeft zich op de Nijlweg een ongeval voorgedaan waarbij verschillende brommers, scooters en quads betrokken waren, waaronder de Paggio M07 (kenteken BMF 2577), de Yahama Raptor (kenteken AR 40-09) en de Malaguti 74-BE (kenteken MF 2789).
2.2. [
eiser] reed ten tijde van het ongeval op de Paggio, welke in eigendom is van [eigenaar Paggio]. [eiser] is de eigenaar van de Yahama Raptor.
2.3.
Alle drie betrokken voertuigen zijn tegen aansprakelijkheid verzekerd bij Aska.
2.4. [
eiser] heeft zich in maart 2016 onder medische behandeling gesteld in verband met klachten aan de linkerknie. Vervolgens heeft [eiser] Aska en [gedaagde sub 2] aangesproken op vergoeding van de schade die hij als gevolg van het ongeval stelt te lijden. Aska en [gedaagde sub 2] hebben aansprakelijkheid afgewezen.

3.Het geschil

3.1. [
eiser] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
  • Aska en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van schadevergoeding wegens opgelopen schade aan de linkerknie ad NAf 25.000,-, alsmede de kosten van fysiotherapeutische behandelingen ad NAf 1.320,-, alsmede het misgelopen inkomen ad NAf 309,70 per maand over 2016 en 2017, alsmede vergoeding van het misgelopen inkomen ad NAf 1.548,50 per maand vanaf 29 juni 2017;
  • met veroordeling van Aska en [gedaagde sub 2] in de kosten van deze procedure, alsmede de advocaatkosten NAf 5.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2. [
eiser] grondt de vordering er op dat [gedaagde sub 2] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld omdat zijn Yamaha Raptor tegen de Malaguti aan is gereden, en waardoor de Malaguti tegen de Paggio is aangereden waarop [eiser] reed. Aldus heeft de bestuurder van de Yamaha Raptor, waarvan [gedaagde 2] de eigenaar is, het ongeval veroorzaakt waardoor [eiser] schade heeft geleden en nog zal lijden. Aska is als verzekeraar gehouden die schade te vergoeden.
3.3.
Aska en [gedaagde sub 2] hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Aska en [gedaagde sub 2] hebben aansprakelijkheid betwist met een beroep op eigen schuld aan de zijde van [eiser]. Daartoe is aangevoerd dat het ongeval is ontstaan doordat [eiser] zelf een gevaar op de weg heeft veroorzaakt door met een groep brommers, scooters en quads op de Nijlweg te rijden en waarbij er door de groep plotseling massaal werd geremd voor een politieauto. Ter onderbouwing heeft Aska verwezen naar de verklaring die [eiser] op het schadeaangifteformulier heeft ingevuld.
4.2. [
eiser] heeft deze toedracht gemotiveerd betwist en ter comparitie een alternatieve verklaring gegeven stellende dat hij geen onderdeel uitmaakte van de groep die nerveus op de aanwezigheid van de politie reageerde. [gedaagde sub 2] maakte daar wel deel van uit en is in een poging om te remmen alsnog tegen [eiser] gebotst.
4.3.
Naar het oordeel van het Gerecht hebben partijen over en weer onvoldoende gesteld om de door hen gestelde toedracht nader te onderbouwen. Zo ontbreekt de informatie van Forensys betreffende het ongeval, waaronder de foto’s van het ongeval en de informatie (proces-verbaal) van de verkeersafdeling van de politie. Partijen hebben aangegeven een deskundige te willen benoemen die de toedracht van het ongeval zal vaststellen. Aska heeft aangegeven daarvoor gebruik te willen maken van expertisebureau DEKRA, dan wel Sedgwick. [eiser] heeft verzocht getuige [getuige] als getuige te horen. Voorts heeft [eiser] voorgesteld de volgende vragen aan de deskundige voor te leggen:
Heeft eiser artikel 21 sub a WVV Curacao 2000 overtreden?
Heeft gedaagde sub 2 artikel 21 sub a WVV Curacao 2000 overtreden?
Was er in casu sprake van een begving in groepsverband op de weg zijdens eiser?
Was er in casu sprake van eigen grove schuld zijdens eiser?
Is in casu artikel 1.2.A sub 5a van de polisvoorwaarden van gedaagde sub 1 van toepassing?
Wie is aansprakelijk voor de bij eiser veroorzaakte schade en letsels?
4.4.
Nu partijen overeenstemming hebben over het benoemen van een deskundige ter vaststelling van de toedracht, zal het Gerecht daartoe overgaan. Partijen hebben echter nog niet over en weer op de voorgestelde deskundige en voorgestelde vragen aan de deskundige gereageerd. Nadat partijen over en weer hebben gereageerd, zal het Gerecht een beslissing nemen, alsmede een datum bepalen om de door [eiser] voorgestelde getuige te horen.
4.5.
Het onvermogen van [eiser] om proceskosten te dragen is uit de overgelegde stukken genoegzaam gebleken. Aan [eiser] zal toelating worden verleend om kosteloos te procederen.
4.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

Het Gerecht:

- staat [eiser] toe kosteloos te procederen;
- verwijst de zaak naar de rol van
19 augustus 2019voor antwoordakte zijdens [eiser], Aska en [gedaagde sub 2] teneinde te reageren op de door Aska voorgestelde deskundigen en de door [eiser] voorgestelde vragen die aan de deskundige dienen te worden voorgelegd;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2019.