In deze zaak, die op 4 oktober 2019 werd behandeld, heeft de verhuurder een verzoekschrift ingediend in kort geding met als doel de ontruiming van de woning door de huurder en betaling van de huurachterstand. De huurder huurde een woning voor een huurprijs van NAf 950,- per maand, maar had een huurachterstand opgebouwd van NAf 8.500,- tot en met oktober 2019. Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de huurder de vorderingen van de verhuurder niet gemotiveerd heeft weersproken. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de verhuurder toewijsbaar zijn, gezien de onweersproken huurachterstand.
De rechter heeft de huurder veroordeeld om de woning uiterlijk op 31 oktober 2019 te verlaten en te ontruimen, met de mogelijkheid voor de verhuurder om de hulp van de deurwaarder en politie in te roepen indien de huurder hieraan niet voldoet. Daarnaast is de huurder veroordeeld tot betaling van de achterstallige huurpenningen en de proceskosten, die in totaal zijn begroot op NAf 1.817,95. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.M. Christiaan, rechter, ter openbare terechtzitting.