ECLI:NL:OGEAC:2019:347

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 juni 2019
Publicatiedatum
20 mei 2020
Zaaknummer
CUR201800560
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toedracht van een auto-ongeluk en bewijslevering door getuigen

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is op 17 juni 2019 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure met zaaknummer CUR201800560. De eiser, vertegenwoordigd door mr. R.A.P.H. Pols, heeft een vordering ingesteld tegen twee gedaagden: [gedaagde sub 1], vertegenwoordigd door S.S. Vierbergen, en de Netherlands Antilles & Aruba Assurance Company (NA&A) N.V., vertegenwoordigd door mr. W. Princée. De zaak betreft de toedracht van een auto-ongeluk waarbij de eiser stelt dat gedaagde sub 1, vanuit stilstand op de middenstrook, zonder voorrang te verlenen, tegen de scooter van de eiser is aangereden.

In een tussenvonnis van 29 april 2019 heeft het Gerecht overwogen dat de eiser in de gelegenheid moet worden gesteld bewijs te leveren van de door hem gestelde toedracht van het ongeval. De eiser heeft aangegeven getuigen te willen horen om zijn stellingen te onderbouwen. Het Gerecht heeft besloten om de zaak te verwijzen naar een terechtzitting voor het horen van deze getuigen, die gepland staat op woensdag 21 augustus om 13:00 uur in het Stadhuis aan het Wilhelminaplein 4. Het Gerecht heeft verder iedere verdere beslissing aangehouden tot na het horen van de getuigen.

Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en markeert een belangrijke stap in de bewijslevering in deze civiele procedure.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR201800560
Vonnis d.d. 17 juni 2019
inzake
[EISER(ES)],
wonende in Curaçao,
eiser(es),
gemachtigde: mr. R.A.P.H. Pols,
tegen

1.[GEDAAGDE sub 1],

wonende in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: S.S. Vierbergen, en
2. NETHERLANDS ANTILLES & ARUBA ASSURANCE COMPANY (NA&A)N.V. h.o.d.n. Citizens Insurance,
wonende in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. W. Princée,
Partijen zullen hierna [eiser(es)], [gedaagde sub 1] en Citizens, althans gezamenlijk gedaagden worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 april 2019;
- de akte opgave getuigen zijdens [eiser(es)] d.d. 3 juni 2019;
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Bij tussenvonnis van 29 april 2019 heeft het Gerecht in rechtsoverweging 4.7. overwogen dat [eiser(es)] in de gelegenheid zal worden gesteld bewijs te leveren van de door hem gestelde toedracht van het ongeval. Dat komt er op neer dat [eiser(es)] wordt toegelaten de feiten te bewijzen op grond waarvan kan worden aangenomen dat [gedaagde sub 1] vanuit stilstand op de middenstrook wilde wisselen, zonder [eiser(es)] die reeds links van de vrachtwagen reed, voorrang te verlenen en waardoor [gedaagde sub 1] tegen de scooter van [eiser(es)] is aangereden.
2.2. [
eiser(es)] heeft aangegeven bewijs te willen leveren middels het horen van vier getuigen. De zaak zal voor getuigenbewijslevering worden verwezen naar de hierna vermelde terechtzitting, tijdens welke ruimte bestaat voor het horen van de door [eiser(es)] opgegeven getuigen.
2.4.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

Het Gerecht:

- stelt [eiser(es)] in de gelegenheid om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen dat [gedaagde sub 1] vanuit stilstand op de middenstrook wilde wisselen, zonder [eiser(es)] die reeds links van de vrachtwagen reed, voorrang te verlenen en waardoor [gedaagde sub 1] tegen de scooter van [eiser(es)] is aangereden;
- verwijst de zaak daartoe naar de terechtzitting van
woensdag 21 augustus om 13:00 uurte houden in een van de zalen in het “Stadhuis” aan het Wilhelminaplein 4;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2019.