ECLI:NL:OGEAC:2019:337

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
18 februari 2019
Publicatiedatum
18 mei 2020
Zaaknummer
CUR201703311
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na verkeersongeluk met eigen voertuig en dekking onder verzekering

In deze zaak heeft eiseres, wonende in Curaçao, een vordering ingesteld tegen ASKA Schadeverzekering N.V. naar aanleiding van een verkeersongeluk dat plaatsvond op 1 mei 2017. Eiseres, die met een bus reed, heeft een personenauto van achteren aangereden, wat leidde tot schade aan de bus en inkomensschade doordat zij de bus niet kon gebruiken voor haar vervoersactiviteiten. Eiseres heeft de schade geclaimd onder de verzekering bij ASKA, waarbij de bus op naam van een derde, [naam 1], was verzekerd. ASKA heeft echter aansprakelijkheid afgewezen, stellende dat eiseres geen verzekeringnemer was en dat zij roekeloos rijgedrag had vertoond, waardoor het ongeval was veroorzaakt.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft de vordering van eiseres afgewezen. Het Gerecht oordeelde dat eiseres niet aan haar stelplicht had voldaan om te bewijzen dat zij vorderingsgerechtigd was onder de polis van ASKA. Bovendien werd vastgesteld dat eiseres door haar rijgedrag zelf verantwoordelijk was voor het ongeval, waardoor de verzekeraar niet verplicht was om de schade te dekken. Eiseres werd ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 3.000,-. Het vonnis werd uitgesproken op 18 februari 2019.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
wonende in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. G.E. Sophia-Alendy,
tegen
de naamloze vennootschap
ASKA SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.C. van Hoof.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Aska genoemd worden.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 27 december 2017 ter griffie ingediend;
- de voorwaardelijke incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring tevens houdende conclusie van antwoord van 26 maart 2018;
- het vonnis in het vrijwaringsincident van 7 mei 2018;
- de mondelinge behandeling op 13 juni 2018;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 juni 2018;
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 1 mei 2017 heeft [eiseres], rijdende in een bus, ter hoogte van de kruising van de Yucatanweg met de Colombiaweg, een personenauto van achteren aangereden. Door de achterop aanrijding is de personenauto de T-kruising over geschoten en aan de andere kant van de weg in aanraking gekomen met de binnenkant van een buitenmuur van een leegstaande woning.
2.2.
Uit het rapport van Forensys volgt dat er een remspoor van vermoedelijk van de bus, van 21 meter is waargenomen. Voorts wordt er melding gemaakt van een persoonlijk conflict tussen [eiseres] en de chauffeur van de personenauto. Zowel [eiseres] als de chauffeur van de personenauto zijn na het ongeval aangehouden.
2.4.
De personenauto, merk Mitsubishi Lancer met kenteken [nummer A] is op naam van [eiseres] verzekerd bij Ennia. De bus, merk Toyota Hiace met kenteken BUS [nummer B] is op naam van [naam 1] (hierna: [naam 1]) tegen aansprakelijkheid verzekerd bij Aska. Op het polisblad staat [naam 1] vermeldt als verzekeringnemer. Voorts volgt uit het polisblad dat de bus WA jegens derden en Casco is verzekerd.
2.5. [
naam 1] heeft aan [eiseres] een volmacht gegeven alle handelingen uit te voeren regarderende het beheren van de activiteiten van de bus, als ware de bus van [eiseres] is.
2.6.
De bus is beschadigd als gevolg van het ongeval. [Eiseres] heeft de cascoschade geclaimd onder de verzekering bij Aska. Voorts vordert [eiseres] vergoeding van haar inkomensschade doordat zij gedurende langere tijd geen gebruik heeft kunnen maken van de bus, waarmee zij tegen betaling passagiers vervoert.
2.7.
Aska heeft aansprakelijkheid voor de schade afgewezen.

3.Het geschil

3.1. [
Eiseres] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Aska om aan haar te betalen een bedrag van NAf 18.949,24, tot een maximum van NAf 200.000,-, met veroordeling van Aska in de proceskosten.
3.2. [
eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij zelfstandig als gebruiker van de bus, dan wel op basis van de door [naam 1] verstrekte volmacht, vorderingsgerechtigd is onder de verzekering bij Aska ter zake van de schade als gevolg van het ongeval, bestaande uit cascoschade aan de bus ad NAf 3.349,24 en haar inkomensschade ad NAf 15.600,-.
3.3.
Aksa heeft dekking onder de polis afgewezen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het onvermogen van [eiseres] om proceskosten te dragen is uit de overgelegde stukken genoegzaam gebleken. Aan [eiseres] zal toelating worden verleend om kosteloos te procederen.
4.2. [
Eiseres] stelt schade te lijden als gevolg van het ongeval, bestaande uit cascoschade aan de bus en inkomensschade gedurende de tijd dat zij een andere bus heeft moeten huren. Zij stelt dat die schade door Aska als LAM-verzekeraar vergoed moet worden nu zij verzekeringnemer is onder polis, dan wel zij middels de volmacht van [naam 1] vorderingsgerechtigd is.
4.3.
Aska heeft primair dekking onder de polis afgewezen omdat [eiseres] geen verzekeringnemer c.q. begunstigde op de polis is. Dat verweer slaagt. Uit het polisblad volgt dat [naam 1] de verzekeringsnemer is. [Eiseres] is in de gelegenheid gesteld nader toe te lichten op basis waarvan zij eveneens beschouwd moet worden als verzekeringsnemer. [eiseres] heeft dat nagelaten, zodat zij ter zake niet aan haar stelplicht heeft voldaan.
4.4.
Voor zover [eiseres] heeft betoogd dat zij uit hoofde van de aan haar verstrekte volmacht vorderingsgerechtigd is onder de polis, kan dat naar het oordeel van het Gerecht in het midden blijven. Daartoe geldt het volgende. Aska heeft betwist dat sprake is van een allriskverzekering op basis waarvan eigen (casco)schade van de verzekeringnemer onder de polis wordt vergoed. Het polisblad biedt ter zake geen duidelijkheid. Partijen hebben ter zitting ter zake tegengestelde standpunten ingenomen. [eiseres] is in de gelegenheid gesteld nader toe te lichten op basis waarvan haar dekking onder de polis van eigen (casco)schade toekomt. [eiseres] heeft dat nagelaten, zodat zij ook ter zake niet aan haar stelplicht heeft voldaan.
4.5.
Voorts heeft Aska in het kader van haar verweer aangevoerd dat [eiseres] zich, door het met hoge snelheid achtervolgen van en te dicht rijden op haar voorligger, zodanig heeft gedragen dat daardoor een gevaar op de weg is veroorzaakt. Door haar rijgedrag heeft zij haar auto niet tijdig tot stilstand kunnen brengen, hetgeen heeft geresulteerd in het ongeval. Aldus valt [eiseres] roekeloos rijgedrag te verwijten en heeft zij het ontstaan van het ongeval aan zichzelf te wijten, zodat haar geen dekking onder de polis toekomt, aldus Aska.
4.6.
Ter comparitie heeft [eiseres] bevestigd dat zij ruzie had met de eigenaar van de personenauto en dat die ruzie heeft geresulteerd in een achtervolging van die personenauto door [eiseres]. Toen de personenauto bij de T-kruising stopte, wilde [eiseres] remmen, maar raakte zij in de slip omdat zij hard reed. Vervolgens heeft zij de bus niet tijdig tot stilstand kunnen brengen, waarna zij achterop de personenauto is gereden. Het Gerecht is van oordeel dat daarmee in voldoende mate is komen vast te staan dat [eiseres] door onvoorzichtig rijgedrag onvoldoende afstand heeft gehouden tot haar voorligger en daarmee de norm van artikel 45 Wegenverkeersverordening 2000 heeft geschonden. Het risico waartegen die norm beoogt te beschermen – te weten voorkoming van schade door aanrijdingen van achteren – heeft zich door toedoen van [eiseres] zelf verwezenlijkt. Daarmee staat voldoende vast dat [eiseres] de schade zelf heeft veroorzaakt. Gelet op het bepaalde in artikel 4 lid 1 LAM is een verzekeraar niet verplicht aansprakelijkheid voor schade te dekken welke is toegebracht aan de bestuurder c.q. verzekeringnemer die het ongeval zelf veroorzaakt. Nu niet is gebleken dat de polisvoorwaarden van Aska in een dergelijk geval desondanks dekking bieden, is niet gebleken dat [eiseres] ook met gebruik van de volmacht, dekking onder de polis kan claimen voor haar schade.
4.7.
De slotsom is dat [eiseres] geen dekking onder de polis toekomt en haar vordering dient te worden afgewezen.
4.8. [
Eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden begroot op NAf 3.000,- (2 punten tarief 4) aan gemachtigdensalaris. De kosten van Aska in het incident zullen worden afgewezen.

5.De beslissing

Het Gerecht:

-
staat[eiseres] toe kosteloos te procederen;
-
wijstde vordering af;
-
veroordeelt[eiseres] in de proceskosten aan de zijde van Aska tot aan deze uitspraak begroot op NAf 3.000,-;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2019.