In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R.E.F.A. Bijkerk, een provisionele eis ingediend tegen de naamloze vennootschap ASKA SCHADEVERZEKERINGEN N.V., vertegenwoordigd door mr. A.C. van Hoof. De eiser vordert een voorlopige voorziening in de vorm van een voorschot van NAf 50.000,- op een schadevergoeding die hij in de hoofdzaak vordert, als gevolg van een ongeval. De procedure is gestart met een inleidend verzoekschrift op 13 augustus 2018, gevolgd door een conclusie van antwoord op 14 januari 2019 en een mondelinge behandeling op 11 februari 2019.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vordering tot een voorlopige voorziening alleen kan worden toegewezen als de eiser voldoende belang heeft. Eiser heeft gesteld in financiële problemen te verkeren, wat zijn verzoek onderbouwt. Echter, de rechter heeft ook opgemerkt dat de hoofdzaak, die een schadestaatprocedure betreft, nog niet voldoende duidelijkheid biedt over de aansprakelijkheid van de gedaagde, ASKA. De rechter heeft de beslissing over de provisionele eis aangehouden, in afwachting van een medisch verslag dat van invloed kan zijn op de beoordeling van de hoofdzaak.
De rechter heeft op 8 april 2019 besloten de zaak te verwijzen naar de rol voor indiening van het medisch verslag en akte uitlating door beide partijen. De beslissing over de provisionele eis is aangehouden tot het medisch onderzoek is afgerond, omdat dit van belang kan zijn voor de beoordeling van de vordering van eiser. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 11 maart 2019.