Parketnummer: 500.00163/19
Uitspraak: 30 augustus 2019 Tegenspraak
in de strafzaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao.
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2019. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. Prevo, advocaat in Curaçao.
De officier van justitie, mr. E.V.A. Bos, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achtenveertig maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft verweer gevoerd.
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks 23 april 2019, althans op een tijdstip in of omstreeks de
maand april 2019 te Curaçao, althans in de territoriale zee rond het eiland
Curacao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk heeft ingevoerd in de zin van artikel 1 lid 2 van de
Opiumlandsverordening 1960 en/of in zijn bezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend, ongeveer 107710 gram, in elk geval en hoeveelheid, hennep, althans hars die uit hennep wordt getrokken, althans een gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt (zoals hashish), zijnde hennep een middel als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening 1960 en/ of in de Beschikking van de Minister van Volksgezondheid van 6 januari 2005 (P.B. 2005 no. 13);
Feit 2: medeplegen aan mensensmokkel
dat hij in op of omstreeks 23 april 2019 te Curaçao, althans in de territoriale zee
rond het eiland Curacao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans allen, een of meer ander(en), te weten) [medeverdachte 1], en/ [medeverdachte 2], en/of [medeverdachte 3], en/ [medeverdachte 4], en/ [medeverdachte 5], behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of
doorreis door Curaçao en/ of een staat die is toegetreden tot het op 15
november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van
migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15
november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale
georganiseerde misdaad, of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of
inlichtingen heeft verschaft terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat de aanwezigheid van
die ander(en) daar wederrechtelijk was, immers, heeft, verdachte en/of een
van zijn mededaders
- een transportmiddel (boot) geregeld voor het vervoer van de personen van
Venezuela naar Curaçao, en/of
- betalingen van een of meerdere personen voor het vervoer ontvangen, en/ of
- de genoemde personen vanuit Venezuela en/ of een ander land in een boot
tot in de territoriale zee van Curacao vervoerd.
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
vrijspraak van feit 2 (eerste en tweede gedachtestreepje)
De verdachte wordt verweten dat hij zich op 23 april 2019 schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel door het regelen van een transportmiddel voor het vervoer van de personen vanuit Venezuela naar Curaçao (eerste gedachtestreepje) en het ontvangen van betalingen van een of meerdere personen voor het vervoer (tweede gedachtestreepje). Nu het wettig bewijs voor voornoemde gespecificeerde feitelijke handelingen in het dossier ontbreekt, zal de verdachte van dat gedeelte van het als feit 2 ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 (derde gedachtestreepje) ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
dat hij op
of omstreeks23 april 2019,
althans op een tijdstip in of omstreeks de
maand april 2019te Curaçao,
althans in de territoriale zee rond het eiland
Curacao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
al dan nietopzettelijk heeft ingevoerd in de zin van artikel 1 lid 2 van de
Opiumlandsverordening 1960
en/of in zijn bezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend, ongeveer 107710 gram
, in elk geval en hoeveelheid, hennep
, althans hars die uit hennep wordt getrokken, althans een gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt (zoals hashish), zijnde hennep een middel als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening 1960 en
/ ofin de Beschikking van de Minister van Volksgezondheid van 6 januari 2005 (P.B. 2005 no. 13);
Feit 2: medeplegen
aanvanmensensmokkel
dat hij
inop
of omstreeks23 april 2019 te Curaçao
, althans in de territoriale zee
rond het eiland Curacao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans allen, een ofmeer ander
(en
), te weten
)[medeverdachte 1], en
/of[medeverdachte 2], en
/of[medeverdachte 3], en
/of[medeverdachte 4], en
/of[medeverdachte 5], behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot
of
doorreis doorCuraçao
,en/ of een staat die is toegetreden tot het op 15
november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van
migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15
november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale
georganiseerde misdaad, of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of
inlichtingen heeft verschaftterwijl hij, verdachte
en/of zijn mededader(s)
wist
(en) of ernstige redenen had(den) te vermoedendat de aanwezigheid van
die ander
(en
)daar wederrechtelijk was, immers heeft verdachte
en/of een
van zijn mededaders
- een transportmiddel (boot) geregeld voor het vervoer van de personen van
Venezuela naar Curaçao, en/of
- betalingen van een of meerdere personen voor het vervoer ontvangen, en/ of
- de genoemde personen vanuit Venezuela
en/ of een ander landin een boot
tot in de territoriale zee van
Curaçaovervoerd.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e Sv betreft, telkens slechts wordt gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
De inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Met betrekking tot feit 1