Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
,
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift met producties;
- de mondelinge behandeling op 4 juni 2019.
2.Het geschil
3.De beoordeling
4.De beslissing
Het Gerecht:
- NAf 400,= netto en
- NAf 738,= bruto,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.O. Gomes, een verzoek ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Het verzoek betreft toestemming om kosteloos te mogen procederen en een vordering tot betaling van achterstallig loon en vakantiedagen door verweerster, die gevestigd is in Curaçao. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 juni 2019, waarbij partijen overeenkwamen dat verweerster zou nagaan of er nog bedragen aan verzoeker verschuldigd waren. Op 6 juni 2019 heeft verzoeker verzocht om een beschikking, omdat verweerster stelde dat zij geen loon verschuldigd was.
Verzoeker vordert een bedrag van NAf 400,= aan achterstallig loon over september 2016 en NAf 748,= aan niet genoten vakantiedagen. Hij legt uit dat hij in september 2016 minder loon heeft ontvangen en dat hij 11,25 vakantiedagen tegoed heeft. Verweerster heeft de vordering betwist, maar heeft geen onderbouwing gegeven voor haar standpunt. Het Gerecht heeft vastgesteld dat verweerster niet heeft voldaan aan haar verplichting om een deugdelijke loonadministratie bij te houden, waardoor het verzoek van verzoeker tot betaling van het achterstallige loon en de vakantiedagen is toegewezen.
De rechter heeft ook de verzochte vertragingsrente en wettelijke rente toegewezen, en verzoeker is toegestaan om kosteloos te procederen. Verweerster is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 1.000,= aan salaris van de gemachtigde. De beschikking is uitgesproken op 12 augustus 2019.