In deze zaak heeft eiser, de minister van Justitie, een verzoek ingediend om openbaarmaking van documenten op basis van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob). Het verzoek betrof onder andere een kopie van een dossier en een advies. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek. Verweerder, de instantie die het verzoek behandelde, heeft op 5 december 2018 een beschikking gegeven, maar heeft niet volledig aan het verzoek van eiser voldaan. Eiser heeft zijn beroepschrift aangevuld en de zaak is behandeld op 17 oktober 2019.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het beroep van eiser gegrond is, omdat verweerder niet volledig heeft voldaan aan het verzoek om openbaarmaking. Het Gerecht heeft overwogen dat de documenten onder B. en C. niet naar behoren zijn openbaar gemaakt en dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat bepaalde documenten zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de documenten openbaar gemaakt moeten worden en dat verweerder binnen drie weken na de uitspraak opnieuw moet beslissen op het verzoek om openbaarmaking van de stukken onder C.
De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is openbaar uitgesproken op 28 november 2019. Eiser is in de proceskosten veroordeeld en heeft recht op teruggave van een eerder betaald bedrag. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open.