ECLI:NL:OGEAC:2019:270

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
26 november 2019
Publicatiedatum
6 december 2019
Zaaknummer
CUR201904334
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • U.I.D. Luydens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van verlof tot beslaglegging op aandelen in overheidsvennootschappen

Op 26 november 2019 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeksters, vertegenwoordigd door mr. A.K.E. Henriquez, verlof vroegen voor het leggen van conservatoir beslag op aandelen in verschillende overheidsvennootschappen, waaronder Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider N.V., Curacao Airport Holding N.V. en Curacao Oil N.V. De gerekwestreerde, vertegenwoordigd door mr. D. Piar, was de openbare rechtspersoon HET LAND CURAÇAO. De verzoeksters stelden dat de dividenden van deze aandelen niet in de begroting waren opgenomen en dus geen bestemming hadden, terwijl de gerekwestreerde aanvoerde dat deze dividenden bestemd waren om de overheidsfinanciën in evenwicht te brengen, conform de aanwijzing zoals bedoeld in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten.

Het Gerecht oordeelde dat een verzoek om verlof tot beslag in beginsel toewijsbaar is, mits er bij summierlijk onderzoek voldoende deugdelijkheid van de onderliggende vordering blijkt. Echter, ingevolge artikel 703 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn goederen die bestemd zijn voor de openbare dienst niet vatbaar voor beslag. Het Gerecht concludeerde dat de dividenden, gezien de aanwijzing, gelijk te stellen zijn aan voor de openbare dienst bestemde goederen, en dat het gevraagde verlof derhalve moest worden geweigerd. De beslissing werd genomen zonder verdere bespreking van andere aangevoerde argumenten.

Uitspraak

Datum uitspraak: 26 november 2019
CUR201904334
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Beschikking op het verzoek van:
Algemene Bond voor Overheidspersoneel (ABVO),
Nationaal Algemene Politie Bond (NAPB),
Sindikato di Trahadornan di Aduana i Fiskalia (STrAF),
Sindikato Ambtenaren di Polis I Kadena Hudisial (SAP),
gevestigd te Curaçao,
verzoeksters,
gemachtigde: mr. A.K.E. Henriquez,
om verlof tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van:
de openbare rechtspersoon HET LAND CURA
çAO,
gevestigd te Curaçao,
gerekwestreerde,
gemachtigde: mr. D. Piar.

Verloop van de procedure

Bij verzoekschrift met bewijsstukken, dat op 19 november 2019 ter griffie is ingekomen, hebben verzoeksters verlof verzocht tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van gerekwestreerde op alle aan gerekwestreerde toebehorende aandelen in het kapitaal van Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider N.V., Curacao Airport Holding N.V. en Curacao Oil N.V., met inbegrip van alle vruchten (dividenden) voortvloeiende uit die aandelen.
Na daartoe strekkend verzoek van het gerecht heeft de gemachtigde van verzoeksters punt 10 van het rekest bij email van 20 november 2019 nader toegelicht, met toevoeging van 2 producties.
Vervolgens heeft het gerecht ex artikel 429f Rv partijen gehoord op dit verzoek.

Beoordeling

Een verzoek om verlof tot het leggen van conservatoir beslag is in beginsel toewijsbaar, indien bij summierlijk onderzoek blijkt van de deugdelijkheid van de onderliggende vordering, tenzij sprake is van een uitzondering op de hoofdregel dat een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar kan verhalen.
Ingevolge artikel 703 Rv zijn de voor de openbare dienst bestemde goederen niet vatbaar voor beslag. Strekking van dit verbod is te voorkomen dat beslag het goede functioneren van de overheid schaadt.
Gerekwestreerde stelt daartoe dat de dividenden, indien al sprake is dat die aan het Land als aandeelhouder worden uitgekeerd, gelet op de aanwijzing (het gerecht begrijpt: de aanwijzing zoals bedoeld in de Rijkswet financieel toezicht Curacao en Sint Maarten, hier: de aanwijzing), bestemd zijn om (te helpen) de overheidsfinanciën in evenwicht te brengen. Daarentegen stellen verzoeksters dat de dividenden niet in de begroting zijn opgenomen en dus geen bestemming hebben.
Een restrictieve uitleg van artikel 703 Rv brengt met zich dat in het geval van een sluitende begroting aan dividenden zonder bestemming het verband tussen die dividenden en het goed functioneren van de overheid te ver verwijderd is. Dat ligt hier anders. Gelet op de aanwijzing ligt het voor de hand dat uit te keren dividenden ten goede komen aan het sluitend maken van de begroting. Daarmee is aannemelijk dat die dividenden gelijk te stellen zijn als voor de openbare dienst bestemde goederen. Dat die dividenden (nog) niet in de begroting zijn opgenomen, indien al juist, doet daaraan niet af.
Het gevraagde verlof wordt derhalve geweigerd. Hetgeen meer of anders is aangevoerd behoeft geen bespreking meer.

Beslissing

Het Gerecht:
- weigert het gevraagde verlof.
Deze beschikking is gegeven door mr. U.I.D. Luydens, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 26 november 2019, in tegenwoordigheid van de griffier.