ECLI:NL:OGEAC:2019:267

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
28 november 2019
Publicatiedatum
4 december 2019
Zaaknummer
CUR201903819
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van een woning in het kader van nalatenschap tussen moeder en zoon

In deze zaak heeft eiseres, de moeder, een kort geding aangespannen tegen haar zoon, gedaagde, met als doel hem te dwingen het huis te ontruimen dat hij bewoont. De moeder stelt dat zij wettelijk vruchtgebruik heeft op het huis, maar het gerecht oordeelt dat dit onjuist is, aangezien de erflater, de overleden echtgenoot van eiseres, zonder testament is overleden en het wettelijk vruchtgebruik pas in 2012 is ingevoerd. De feiten tonen aan dat de moeder en zoon beiden gerechtigd zijn tot de nalatenschap van de erflater, ieder voor een gelijk deel, waarbij de moeder 3/4 deel van het huis toekomt en de zoon 1/4 deel. Het gerecht concludeert dat de deelgenoten gezamenlijk moeten beslissen over het huis en dat gedaagde niet eenzijdig het huis kan bewonen. De belangen van de moeder bij ontruiming wegen niet zwaarder dan die van de zoon, die met zijn gezin in het huis woont en eerder dakloos was. Het gerecht wijst de vordering van de moeder af en compenseert de proceskosten, aangezien partijen familie zijn. Gedaagde krijgt toestemming om kosteloos te procederen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 28 november 2019
Zaaknummer: CUR201903819
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISERES],
te Curaçao,
eiseres in kort geding,
gemachtigde: Jessica Toetenel-van Heyningen,
-tegen-
[GEDAAGDE],
te Curaçao,
gedaagde in kort geding,
gemachtigde: mr. S.F. Osepa.

1.Het procesverloop

1.1
Eiseres heeft op 15 oktober 2019 een verzoekschrift ingediend. Het kort geding is behandeld ter zitting van 12 november 2019. Partijen zijn verschenen met hun gemachtigden en hebben het woord gevoerd. Mr. Osepa heeft een pleitnota overgelegd.
1.2
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

In dit kort geding wordt uitgegaan van het volgende:
a. a) Gedaagde (1961) is de zoon van eiseres (1933) en van wijlen […] (hierna: erflater).
b) Erflater is op 7 juli 2006 te Curaçao overleden. Erflater had geen testament.
c) Ten tijde van het overlijden van erflater was hij in gemeenschap van goederen gehuwd met eiseres. Naast gedaagde heeft erflater geen andere kinderen achtergelaten.
d) Ten name van erflater (of ten name van erflaters ouders) staat een perceel huurgrond met huis aan de Ronde Klipweg […] (hierna: het huis).
e) Het huis werd tot voor kort door eiseres aan een derde (…) verhuurd. De huur is in 2018 door eiseres opgezegd. Nadat de huurder was vertrokken, is gedaagde in het huis gaan wonen met vrouw en kinderen (7 en 11 jaar).
f) Eiseres heeft gedaagde tevergeefs gesommeerd het huis te ontruimen.

3.De vordering en de beoordeling van de vordering

3.1
Eiseres vordert, samengevat, een bevel aan gedaagde het huis te ontruimen.
3.2
Aan haar vordering legt eiseres in de eerste plaats ten grondslag dat zij het wettelijk vruchtgebruik heeft met betrekking tot het huis. Dat is onjuist. Erflater is in 2006 zonder testament overleden, en het wettelijk vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot is hier te lande pas ingevoerd per 1 januari 2012.
3.3
Op basis van de in dit geding beschikbare gegevens moet ervan worden uitgegaan dat eiseres tezamen met gedaagde, gerechtigd is tot de nalatenschap van erflater, ieder voor een gelijk deel. Tot die nalatenschap behoort de helft van het huis (de andere helft komt reeds aan eiseres toe omdat zij in gemeenschap van goederen met erflater was gehuwd). Dat brengt in beginsel mee dat gedaagde als deelgenoot voor 1/4 deel gerechtigd is in de rechten met betrekking tot het huis en eiseres voor 3/4 deel.
3.4
De deelgenoten moeten samen beslissen over wat er met het huis gebeurt. Gedaagde heeft eenzijdig besloten het huis te gaan bewonen, tegen de wil van eiseres. Dat was dus niet toegestaan. Daartegenover staat dat eiseres naar het zich laat aanzien na het overlijden van erflater als enige de huurpenningen heeft geïncasseerd en de huurovereenkomst heeft opgezegd. Ook dat had in overleg met de andere deelgenoot (gedaagde) gemoeten.
3.5
In dit kort geding is de vraag of gedaagde (deelgenoot voor 1/4 deel) het huis ten behoeve van eiseres (deelgenoot voor 3/4 deel) moet ontruimen. Onbetwist is dat eiseres elders een eigen woning heeft. Zij heeft ter zitting gesteld dat zij het huis wil laten opknappen om het daarna zelf te gaan bewonen. Gedaagde heeft erop gewezen dat hij en zijn gezin een tijd dakloos waren voordat zij in het huis trokken en dat hij groot belang heeft bij voortgezet gebruik van het huis.
3.6
Het gerecht is van oordeel dat het belang van eiseres bij de gevorderde ontruiming niet zwaarder weegt dan het belang van gedaagde bij voorlopige voortzetting van de bewoning. Partijen zullen gezamenlijk tot een verdeling van de nalatenschap, waaronder de rechten met betrekking tot het huis, moeten komen. Ook het eventuele opknappen van het huis of de eventuele ingebruikname daarvan door eiseres of een derde zal - zolang geen verdeling heeft plaatsgevonden - in overleg moeten geschieden. Voor ingrijpen in de bestaande situatie bestaat onvoldoende grond.
3.7
De vordering van eiseres zal gelet op het voorgaande worden afgewezen. De proceskosten zullen worden gecompenseerd, omdat partijen familie zijn. Gedaagde heeft zijn financieel onvermogen aangetoond. Hem zal gratis admissie worden verleend.

4.Beslissing

Het gerecht:
rechtdoende in kort geding
4.1
verleent gedaagde toestemming kosteloos te procederen;
4.2
wijst af het gevorderde;
4.3
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Aldus gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en uitgesproken ter openbare zitting van 28 november 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.