ECLI:NL:OGEAC:2019:262
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot betaling van voorschot op overlijdensschade in kort geding
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, hebben eisers, [EISER SUB 1] en [EISERES SUB 2], een kort geding aangespannen tegen Stichting SINT ELISABETH HOSPITAAL en Dr. [GEDAAGDE SUB 2]. De eisers, die in de Verenigde Staten wonen, vorderden een voorschot van USD 75.000 op de overlijdensschade van hun (stief)moeder, die het gevolg was van een medische fout. De zaak is behandeld op 18 november 2019, waarbij mr. R.A.P.H. Pols als gemachtigde van eisers optrad en mr. W. Princée de gedaagden vertegenwoordigde.
De achtergrond van de zaak betreft een eerder vonnis van 15 augustus 2016, waarin gedaagden hoofdelijk aansprakelijk werden gesteld voor de medische fout die door Dr. [GEDAAGDE SUB 2] was gepleegd. Eisers hebben herhaaldelijk aangedrongen op betaling van een voorschot, maar gedaagden hebben dit tot dan toe niet voldaan. De gedaagden hebben betwist dat mr. Pols bevoegd was om eiseres sub 2 te vertegenwoordigen, maar het gerecht oordeelde dat er geen bewijs was dat deze vertegenwoordiging niet geldig was.
Het gerecht heeft geoordeeld dat eisers voldoende spoedeisend belang hebben bij de toewijzing van hun vordering en dat de toezegging van gedaagden om een voorschot te betalen, moet worden nagekomen. Gedaagden zijn veroordeeld om USD 25.000 aan eisers te betalen, evenals de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.