Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiseres],
de Sociale Verzekeringsbank,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
zes wekenna kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Lar.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao op 4 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een fysiotherapeut, en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de SVB om 1/3 van haar declaraties in te houden wegens het niet naleven van een informatieplicht. De SVB had eiseres eerder gesommeerd om informatie te verstrekken die nodig was voor de beoordeling van de rechtmatigheid van haar declaraties. Eiseres had hieraan geen gehoor gegeven, wat leidde tot de inhouding van haar betalingen.
Het Gerecht oordeelde dat de SVB bevoegd was om de inhouding van de declaraties te sanctioneren op basis van de Regeling Medewerking aan de Sociale Verzekeringen. De rechter stelde vast dat eiseres, als medewerkende, verplicht was om de gevraagde informatie te verstrekken en dat de SVB rechtmatig handelde door sancties op te leggen bij niet-naleving. De rechter verwierp ook het argument van eiseres dat het verbod op zelfincriminatie een gegronde reden vormde om niet te voldoen aan de sommatie, aangezien de gevraagde informatie betrekking had op administratieve gegevens.
De uitspraak concludeerde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak.