3.1.Eisers vorderen in kort geding dat het gerecht, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, jegens ieder van gedaagden:
( i) zal gebieden om schriftelijk aan ieder lid van het personeel van ACU en ook in alle
lokaal verschijnende dagbladen en op de Facebook pagina van ACU kenbaar te maken dat geen der gedaagden sub 1 tot en met 4 deel uitmaakt van het bestuur van ACU;
(ii) zal verbieden om eisers of een van eisers te hinderen in de uitoefening van de bestuursbevoegdheden die toekomen aan leden van het bestuur van ACU en wel voor zolang de betreffende eiser nog lid van het bestuur van ACU zal zijn;
(iii) zal verbieden om, alleen of gezamenlijk handelende, zich met het uitoefenen van enige krachtens de wet of statuten van ACU aan het bestuur en/of enig lid van het bestuur van ACU toegekende interne of externe bestuursbevoegdheid in te laten en/of enige dergelijke bevoegdheid uit te oefenen als ware hij lid van het bestuur van ACU;
(iv) zal verbieden om zich, op enigerlei wijze, binnen de gebouwen en de kantoren van ACU of daarbuiten, als bestuurder van ACU te gedragen en/of uit te geven;
( v) zal verbieden om, uitgezonderd als deel van het 1/25ste deel van het totaal aantal leden van ACU, alleen of gezamenlijk handelende, enige ALV van ACU op te roepen of te beleggen of aan een niet door eisers sub 2 tot en met 7, als het bestuur van ACU, bijeengeroepen algemene vergadering van leden van ACU en/of aan enige besluitvorming in een niet door eisers sub 2 tot en met 7, als het bestuur van ACU, bijeengeroepen algemene vergadering van leden van ACU deel te nemen;
(vi) zal gebieden om aan ieder van eisers de, al dan niet elektronische, sleutel of sleutels, die toegang geeft of geven tot de geautomatiseerde administratiebestanden alsook de gebouwen en kantoren van ACU, tegen afgifte door ieder van eisers van een schriftelijk ontvangstbewijs, of te geven;
(vii) alle besluiten, die zijn genomen op de vergadering van leden van ACU, die op 21 juli 2019 is gehouden, waaronder die tot ontslag van [eiser 2] en [eiser 4] als leden van het bestuur van ACU, op te schorten en wel totdat in een bodemprocedure omtrent de rechtsgeldigheid van deze besluiten een einduitspraak zal zijn uitgevaardigd door de daartoe bevoegde rechter;
(viii) zal bevelen te gehengen en te gedogen dat alle besluiten, die op de vergaderingen van de leden van ACU, die op 21 juli 2019 is gehouden, zijn genomen, waaronder die tot ontslag van [eiser 2] en [eiser 4] als leden van het bestuur van ACU, zijn opgeschort en opgeschort zullen blijven totdat in een bodemprocedure omtrent de rechtsgeldigheid van deze besluiten een einduitspraak zal zijn uitgevaardigd door de daartoe bevoegde rechter;
met bepaling dat de betreffende gedaagde, die een of meer der hiervoor sub (i) tot en met (viii) genoemde door het gerecht aan haar of hem te geven verbod en/of gebod overtreden zal, een dwangsom van ANG 5.000 ten gunste van ieder van eisers zal verbeuren voor iedere dergelijke overtreding, kosten rechtens.