Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Geen beroep inzake 2015 en 2016
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 4 oktober 2019 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van bezwaarschriften van belanghebbende tegen verschillende belastingaanslagen en verzuimboetes. Belanghebbende, wonende te Curaçao, had bezwaarschriften ingediend tegen aanslagen inkomstenbelasting, premie AOV en premie AVBZ voor de jaren 2011 tot en met 2016. De bezwaarschriften waren echter buiten de wettelijke termijn van twee maanden ingediend. Belanghebbende voerde aan dat zijn voormalige gemachtigde onkundig was en niet tijdig had gehandeld, maar het Gerecht oordeelde dat het handelen van de gemachtigde voor rekening en risico van belanghebbende komt. Hierdoor werd de termijnoverschrijding niet als verschoonbaar beschouwd.
De Inspecteur der Belastingen had eerder de bezwaren van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Het Gerecht bevestigde deze beslissing en verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de verantwoordelijkheid van de belastingplichtige voor het handelen van zijn gemachtigde. Het Gerecht zag geen aanleiding voor een vergoeding van proceskosten of griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en griffier M.M.M. Faro MSc.