Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
1 februari 2020te ontruimen en te verlaten met al het hare en de haren;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de broer op 10 juli 2018 een inleidend verzoekschrift ingediend met betrekking tot de verdeling van de nalatenschap van hun overleden moeder, [naam 1], die op 21 februari 2016 in Curaçao is overleden. De broer en zus zijn ieder voor de helft gerechtigd tot de nalatenschap, maar er ontstond een geschil over de verdeling van de activa, waaronder een woning en een auto. De zus heeft verzocht om kosteloos te mogen procederen, wat door de rechter is toegewezen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 mei 2019 hebben beide partijen hun standpunten uiteengezet. De rechter heeft vastgesteld dat de zus vanaf augustus 2018 de woning met uitsluiting van de broer heeft gebruikt, wat aanleiding gaf tot het vaststellen van een gebruiksvergoeding van NAf 583,33 per maand. De rechter heeft de woning, de auto en overige activa aan de broer toebedeeld, met de verplichting om aan de zus een bedrag van NAf 173.150,24 te betalen wegens overbedeling. De akte van verdeling en levering zal worden verleden ten overstaan van notaris mr. E. Steenbaar. De zus is verplicht om de woning uiterlijk op 1 februari 2020 te ontruimen. Het vonnis is uitgesproken door rechter mr. F.V.L.M. Wannyn op 16 september 2019.