ECLI:NL:OGEAC:2019:219

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
21 augustus 2019
Publicatiedatum
7 oktober 2019
Zaaknummer
CUR201902678
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.V.L.M. Wannyn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke opheffing van beslag in merkenrechtschending tussen Pawan N.V. en Disosa Brand Protection Services Ltd.

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, heeft de naamloze vennootschap Pawan N.V. een kort geding aangespannen tegen Disosa Brand Protection Services Ltd. De procedure betreft een verzoek tot opheffing van conservatoire beslagen die door Disosa zijn gelegd op goederen van Pawan, op grond van vermeende inbreuken op het merkenrecht van Chanel S.A. en Chanel Sarl. De zaak is behandeld op 21 augustus 2019, waarbij de rechter het vonnis heeft uitgesproken.

De procedure begon met een tussenvonnis op 12 augustus 2019, waarin werd vastgesteld dat Disosa bevoegd was om namens Chanel S.A. op te treden. Disosa had echter geen deugdelijke volmacht overgelegd, wat door Pawan werd betwist. Pawan stelde dat Disosa niet bevoegd was om rechtsmaatregelen te nemen tegen haar, omdat de volmachten niet tijdig beschikbaar waren. De rechter oordeelde dat het aan Disosa was om aan te tonen dat zij bevoegd was om namens Chanel S.A. op te treden.

Uiteindelijk oordeelde de rechter dat het beslag op de goederen van Pawan onterecht was gelegd, omdat Chanel Sarl geen partij was in de procedure en het beslagverlof was verleend aan Chanel S.A. De rechter heeft het beslag opgeheven voor zover het betrekking had op inbreuken op het merkenrecht van Chanel Sarl, maar wees de vordering tot opheffing van het beslag af voor zover het betrekking had op de rechten van Chanel S.A. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR201902678
Vonnis in kort geding d.d. 21 augustus 2019
inzake
de naamloze vennootschap PAWAN N.V.,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. A.C.A. Gonzales,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
DISOSA BRAND PROTECTION SERVICES Ltd.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigden: L.F. Herben en R.N. Kooy.
Partijen zullen hierna Pawan en Disosa worden genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Voor het procesverloop tot 12 augustus 2019 wordt verwezen naar het tussenvonnis van die datum en de daarin genoemde processtukken. Disosa heeft op 15 augustus 2019 per e-mail een akte uitlating ingediend. Pawan heeft daarop bij een op 19 augustus 2019 per e-mail ingediende akte gereageerd.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 12 augustus 2019 is overwogen dat niet langer in geschil is dat Disosa bevoegd is om namens [naam 1] op te treden tegen eventuele merkenrechtschendingen. Disosa is in de gelegenheid gesteld om een deugdelijke volmacht over te leggen waaruit volgt dat zij ook bevoegd is namens Chanel S.A. op te treden.
2.2.
Bij akte van 15 augustus 2019 heeft Disosa het volgende aangevoerd. Niet alleen Disosa, maar ook de gemachtigde van Disosa is gemachtigd om namens Chanel S.A. op te treden. Volmachten zullen niet op korte termijn beschikbaar zijn omdat het afgeven daarvan veel tijd vergt. De IE-rechten van Chanel op het logo zijn momenteel ondergebracht bij Chanel Sarl voor wie Disosa hoe dan ook gemachtigd is. De namaakgoederen die onder Pawan in beslag zijn genomen zijn geregistreerd door Chanel Sarl. Het is evident dat de beslagrechter het beslagverzoek ook zou hebben toegewezen indien Disosa in haar beslagrekest had vermeld dat zij optrad namens Chanel Sarl, aldus Disosa.
2.3.
Pawan heeft zich bij akte van 19 augustus 2019 op het standpunt gesteld dat een deugdelijke volmacht niet is overgelegd en dat daarmee vast staat dat Disosa op 31 mei, 12 juli en 23 juli 2019 niet bevoegd was om Chanel S.A. Frankrijk in Curaçao in rechte te vertegenwoordigen en rechtsmaatregelen te nemen tegen Pawan.
2.4.
Met betrekking tot hetgeen Disosa heeft opgemerkt over dat het overleggen van een deugdelijke volmacht geen constitutioneel vereiste is wordt het volgende overwogen. Indien de bevoegdheid om namens een derde op te treden door de wederpartij wordt betwist, is het aan degene die zich als gemachtigde voordoet om aan te tonen dat hij bevoegd is die derde te vertegenwoordigen. Pawan mocht dan ook legitimatie verlangen van Disosa.
2.5.
Disosa heeft weliswaar, ondanks dat zij ter zitting had opgemerkt daartoe in staat te zijn, nagelaten een deugdelijke volmacht over te leggen waaruit volgt dat zij bevoegd is om namens Chanel S.A. op te treden. Echter, de gemachtigde van Disosa heeft bij akte gesteld daartoe zelf gemachtigd te zijn. Van een advocaat wordt geen uitdrukkelijke machtiging gevergd omdat die vanwege zijn beroep in beginsel gemachtigd is om cliënten te vertegenwoordigen in een rechtszaak. Op grond van de verklaring van de gemachtigde van Disosa zal dan ook worden aangenomen dat hij bevoegd is om namens Chanel Sarl in plaats van namens Disosa op te treden.
2.6.
Zoals ter zitting namens Pawan is aangevoerd en door de gemachtigde van Disosa in zijn akte is erkend, zijn de IE-rechten op het Chanel-logo (in Curaçao) momenteel ondergebracht bij Chanel Sarl. Dat Disosa gemachtigd is om namens Chanel Sarl op te treden is weliswaar niet langer in geschil. De beslaglegging is echter verricht op grond van het beslagverlof dat is verzocht door en verleend aan (onder meer) Chanel S.A. Aangezien niet is gesteld dat – naast Chanel Sarl – ook Chanel S.A. bevoegd is om tegen inbreuken op het Chanel-logo op te treden, is het beslag op de tassen met het Chanel-logo dan ook onterecht gelegd. Dat het beslagverlof ook zou zijn verleend indien dit namen Chanel Sarl was verzocht maakt dit niet anders. Nu Chanel Sarl geen partij is in de onderhavige procedure wordt aan een afweging van de wederzijdse belangen niet toegekomen.
2.7.
Aangezien het door de beslaglegger ingeroepen recht ondeugdelijk is, is de gevorderde opheffing van het beslag dan ook toewijsbaar voor zover dat betrekking heeft op zaken waarmee inbreuk zou zijn gemaakt op het beeldmerk van Chanel.
2.8.
Gelet op de onder 2.4 aangenomen bevoegdheid van de gemachtigde van Disosa om namens Chanel S.A. op te treden, maakt dat Pawan niet kan worden gevolgd in haar stelling dat het beslagverzoek en de beslagbeschikking zonder rechtsgrond en/of op grond van misleiding zijn geschied, en dat daarom ook het namens [naam 1] gelegde beslag moet worden opgeheven. De vordering tot opheffing van het beslag zal dan ook worden afgewezen voor zover dat betrekking heeft op inbreuken op de rechten van [naam 1].
2.9.
De bevoegdheid van de gemachtigde van Disosa om namens Chanel S.A. op te treden tegen merkenrechtinbreuken staat eveneens in de weg aan toewijzing van het gevorderde verbod om op grond van de gewraakte beslagbeschikking nog enig ander of opvolgend beslag te leggen.
2.10.
De omstandigheden dat partijen over en weer deels in het ongelijk worden gesteld en dat Disosa pas tijdens de procedure haar bevoegdheid om namens [naam 1] op te treden heeft aangetoond geven aanleiding om de proceskosten te compenseren zoals hierna te vermelden.

3.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
3.1.
heft opde door Disosa ten laste van Pawan gelegde conservatoire beslagen van 12 en 23 juli 2019 voor zover deze betrekking hebben op vermeende inbreuken op het merkenrecht van Chanel Sarl;
3.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.V.L.M. Wannyn, rechter, en op 21 augustus 2019 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.