In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Curaçao, een kort geding aangespannen tegen HNO Transitie en Exploitatie N.V. naar aanleiding van het afbreken van een sollicitatieprocedure voor een functie als lid van de Raad van Bestuur van een nieuw ziekenhuis in Curaçao. Eiseres had op 7 maart 2019 gesolliciteerd en was op 31 maart 2019 haar arbeidsovereenkomst bij Refineria Isla Curacao B.V. opgezegd, met de verwachting per 1 juni 2019 in dienst te treden bij HNO. Echter, op 26 april 2019 werd haar meegedeeld dat HNO niet tot benoeming zou overgaan, omdat de minister van GMN niet akkoord was met haar benoeming. Eiseres vorderde in kort geding een schadevergoeding van NAf 250.000, omdat zij meende dat er een arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen.
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft geoordeeld dat eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. De rechter oordeelde dat de procedure gericht was op benoeming tot lid van de Raad van Bestuur en dat een statutair bestuurder niet tevens op basis van een arbeidsovereenkomst kan functioneren. Eiseres had niet gerechtvaardigd kunnen vertrouwen op een arbeidsovereenkomst, aangezien de benoeming door de Raad van Commissarissen nooit had plaatsgevonden. De vordering van eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van HNO, begroot op NAf 1.500.