In deze zaak heeft de Exploitatie Maatschappij Brakkeput N.V., vertegenwoordigd door haar directeur, een verzoek ingediend op basis van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob) om openbaarmaking van interne en externe documenten met betrekking tot reclameborden en bewegwijzeringsborden. Dit verzoek werd op 21 februari 2018 ingediend, maar de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning heeft hierop niet tijdig beslist, wat heeft geleid tot een beroepschrift van de eiseres op 14 mei 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van drie weken heeft beslist en dat er geen melding is gemaakt van een eventuele verdaging van deze termijn.
De rechtbank heeft overwogen dat de stukken die door eiseres zijn opgevraagd, betrekking hebben op een bestuurlijke aangelegenheid, namelijk het vergunningenbeleid voor reclameborden langs de Caracasbaaiweg. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen onder de Lob, aangezien er geen beslissing is genomen op het verzoek van eiseres. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen één maand na de uitspraak alsnog te beslissen op het verzoek. Tevens is bepaald dat het land Curaçao het door eiseres betaalde griffierecht dient te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. D. Haan, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en is bekendgemaakt op 26 augustus 2019. Tegen deze beslissing staat verzet open binnen de dag van bekendmaking van de uitspraak, conform artikel 80 van de Lar.