ECLI:NL:OGEAC:2019:192

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
26 augustus 2019
Publicatiedatum
19 september 2019
Zaaknummer
Lar CUR201902375
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van het Gerecht in het bestuursrechtelijke beroep inzake ontslagvergunning

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 augustus 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen een eiseres en de sectordirecteur Arbeid van het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn. De eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van 31 januari 2019, waarin aan haar werkgever een ontslagvergunning was verleend op basis van de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten. Het Gerecht heeft overwogen dat het onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep, omdat op grond van de Lar geen beroep openstaat tegen de betreffende beschikking. De rechter heeft vastgesteld dat de beschikking een publiekrechtelijke rechtshandeling betreft die niet van algemene strekking is, en dat rechtspersonen die door een beschikking zijn getroffen, daartegen beroep kunnen instellen, maar in dit geval was dat niet mogelijk. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en er is geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Uitspraak

op grond van artikel 79, eerste lid, van de Lar
in het geding tussen:

[eiseres],

wonend in Curaçao,
eiseres,
en
de sectordirecteur Arbeid van het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn,
verweerder,
gemachtigde: mr. G.B. Steward, advocaat.

Procesverloop

Bij besluit van 31 januari 2019 (het bestreden besluit) heeft de sectordirecteur Arbeid van het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn aan de werkgever van eiseres, [de werkgever], een ontslagvergunning verleend waarin haar toestemming is verleend, zoals bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten, tot beëindiging van de arbeidsovereenkomsten aangegaan met eiseres.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Lar wordt in deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen onder beschikking verstaan: een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is.
Op grond van artikel 7, eerste lid, kunnen rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, daartegen beroep instellen bij het Gerecht. Op grond van het tweede lid, aanhef en onder p, staat geen beroep open tegen beschikkingen gegeven op grond van de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten (P.B. 1972, no. 111) (Lvbaovk).
Op grond van artikel 79, eerste lid, onder a, kan het Gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien verdere behandeling van het beroepschrift hem niet nodig voorkomt, omdat het Gerecht onbevoegd is.
2. Het Gerecht acht verdere behandeling van het beroep niet nodig, omdat het Gerecht onbevoegd is. Hij overweegt daartoe het volgende.
3. Het bestreden besluit betreft een op grond van de Lvbaovk gegeven beschikking, waartegen op grond van artikel 7, tweede lid, aanhef en onder p, van de Lar geen beroep openstaat bij de Lar-rechter. Het Gerecht is dan ook onbevoegd kennis te nemen van het beroep.
4. Voor een proceskostenveroordeling ziet het Gerecht geen aanleiding.

Beslissing

Het Gerecht
verklaartzich
onbevoegd.
Aldus vastgesteld door mr. D. Haan, rechter in het Gerecht, en uitgesproken in het openbaar op 26 augustus 2019 te Curaçao, in aanwezigheid van mr. O.H.M. Leito, griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen
zes wekenna kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Lar.