Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.mr. [GEDAAGDE SUB 1, hierna ‘de OvJ’],
HET LAND CURAÇAO,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
de Staat vs. [ H.]). Dat daarbij de naam van eiser als mogelijke en vermoedelijke opdrachtgever van de moord op Wiels is genoemd, zal voor eiser - die geen procesdeelnemer was in de strafzaak tegen [betrokkene 2] en zich in die zaak niet kon verweren - hoogst onaangenaam zijn geweest. Gelet evenwel op de verklaringen van [naam getuige] en andere in het requisitoir aangedragen bewijsmiddelen (waaronder het SMS-berichtenverkeer tussen [betrokkene 2] en eiser) en gelet op de complexiteit, ernst en omvang van de zaak, kan niet geoordeeld worden dat het noemen van de naam van eiser niet functioneel, gerechtvaardigd en toelaatbaar was. Het OM heeft het belang van de waarheidsvinding en de berechting van ernstig strafbare feiten in de zaak tegen [betrokkene 2] mogen laten prevaleren boven de belangen waarin eiser thans stelt te zijn geschonden.