Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.[GEDAAGDE SUB 1],
wijlen [GEDAAGDE SUB 2],
[GEDAAGDE SUB 3],
[GEDAAGDE SUB 4],
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. S.C. Larmonie, vorderingen ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder wijlen [gedaagde sub 2]. De vorderingen zijn gebaseerd op bedragen die eiser stelt te vorderen terzake kosten van verbouwingen, voorschotten en andere posten, die volgens eiser nog niet eerder zijn beoordeeld. Echter, het Gerecht heeft vastgesteld dat deze vorderingen al eerder zijn behandeld in eerdere procedures, waarbij eiser in het ongelijk is gesteld. De rechter oordeelt dat eiser misbruik maakt van (proces)recht door dezelfde vorderingen opnieuw in te dienen zonder nieuwe feiten of omstandigheden die dit rechtvaardigen.
Daarnaast is het beroep van gedaagden op verjaring succesvol. De feiten waarop de vorderingen zijn gebaseerd dateren van meer dan twintig jaar geleden, en de verjaringstermijn van vijf jaar is verstreken. Eiser heeft niet aangetoond dat er sprake is van stuiting van de verjaring. Het Gerecht verklaart eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering tegen gedaagde sub 2 en ontzegt de vorderingen tegen de overige gedaagden. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 15.000 voor gemachtigdensalaris.
Het vonnis is uitgesproken op 26 augustus 2019 door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.