Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiser],
de Sociale Verzekeringsbank,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
zes wekenna kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Lar.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 16 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, de Sociale Verzekeringsbank, en verweerster. Eiser had verzocht om ongevallengeld op grond van de Landsverordening Ongevallenverzekering (LvOV) na een verkeersongeval dat plaatsvond terwijl hij een cheque voor overwerk ging ophalen. De verweerster had eerder een verzoek van eiser om ongevallengeld afgewezen, evenals een verzoek om ziekengeld. Eiser stelde dat hij recht had op ongevallengeld omdat het ongeval zich voordeed in het kader van zijn werkzaamheden voor de werkgever.
Het Gerecht overwoog dat de LvOV alleen van toepassing is als de werkzaamheden onder het arbeidsgezag van de werkgever vallen. Vastgesteld werd dat het overwerk niet door de werkgever werd uitbetaald, maar door het Buurtcentrum zelf. Hierdoor viel het overwerk niet onder het arbeidsgezag van de werkgever, en was de LvOV niet van toepassing. Het Gerecht concludeerde dat het verzoek om schadevergoeding niet kon worden toegewezen, omdat eiser niet had aangetoond dat hij schade had geleden door een onrechtmatige beschikking van verweerster. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het bestreden besluit bleef in stand.
De uitspraak benadrukt het belang van de relatie tussen de werkzaamheden en het arbeidsgezag van de werkgever in het kader van de toepassing van de LvOV. Eiser kan enkel een vordering bij de burgerlijke rechter instellen voor schadevergoeding, aangezien er geen onrechtmatige beschikking is vastgesteld. Het Gerecht besloot geen proceskostenvergoeding toe te kennen.