Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
de minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om de aankoop van een volkswoning. De afwijzing vond plaats op 8 september 2017, waarna het bezwaar van [eiser 1] op 11 januari 2018 kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De eisers hebben vervolgens beroep ingesteld, waarop verweerder, vertegenwoordigd door mr. H.W. Braam, een verweerschrift indiende. De openbare behandeling van het beroep vond plaats op 24 april 2019.
Het Gerecht heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de bevoegdheid om over te gaan tot verkoop van een volkswoning aan de huurder, die voldoet aan de voorwaarden van de Eilandsverordening eigendomsverkrijging volkswoningen Curaçao (LevvC), aan het eilandgebied Curaçao is toegekend. Het Gerecht concludeert dat beslissingen van het land Curaçao in deze context geen beschikkingen zijn in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), en dat de civiele rechter de bevoegde rechter is voor geschillen over de verkoop van volkswoningen.
Het Gerecht heeft het beroep ongegrond verklaard, met de overweging dat tegen de afwijzing van het verzoek geen beroep openstond bij het Gerecht. De beslissing van verweerder om het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren werd door het Gerecht als juist beoordeeld, hoewel op andere gronden. De uitspraak werd gedaan op 15 augustus 2019, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.