In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. B.W. Scheperboer en G.C.A. Scheperboer-Paris, schadevergoeding van de openbare rechtspersoon Het Land Curaçao. De vordering is gebaseerd op een ongeval dat plaatsvond op 12 december 2014, toen eiser tijdens een wandeling op het Brionplein in Willemstad in een put zonder deksel viel. Eiser liep letsel op en heeft sindsdien aanhoudende klachten. De zaak is gestart met een inleidend verzoekschrift op 23 oktober 2017, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 december 2018.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het Land Curaçao op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk is voor de schade die eiser heeft geleden. De rechter oordeelt dat het Land nalatig is geweest in het onderhoud van de putdeksels, waardoor er gevaar voor personen is ontstaan. De rechter heeft de kans op letsel als gevolg van het ontbreken van de putdeksel als aanzienlijk beoordeeld, vooral gezien de omstandigheden waaronder het ongeval plaatsvond. Eiser heeft recht op schadevergoeding, en het Gerecht heeft de vordering toegewezen, waarbij het Land is veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen.
De zaak is verwezen naar de rol voor verdere procedurele stappen, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten verder toe te lichten. Het vonnis is uitgesproken door mr. S.E. Sijsma op 4 februari 2019, en de zaak zal op een later moment verder worden behandeld.