In deze tussenuitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, gedateerd 7 augustus 2019, wordt de tariefindeling van ringbanden en tabbladen beoordeeld. De belanghebbende, X B.V., had een verzoek om vrijstelling van invoerrechten ingediend voor deze goederen, maar dit verzoek werd door de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen afgewezen. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt en is in beroep gegaan tegen de afwijzing. Tijdens de zitting op 27 februari 2019 werd de tariefindeling van de goederen ter discussie gesteld. De Inspecteur stelde dat de ringbanden en tabbladen moesten worden ingedeeld onder goederencode 48203000, met een heffing van 5,5% invoerrechten en 6% omzetbelasting. De belanghebbende betoogde echter dat de goederen onder goederencode 4901 moesten vallen, wat zou leiden tot een heffing van 0% invoerrechten en 0% omzetbelasting.
Het Gerecht oordeelt dat de tabbladen inderdaad onder tariefpost 4901 moeten worden ingedeeld, aangezien het belang van de goederen ligt in de gedrukte teksten en illustraties. De ringbanden daarentegen moeten worden ingedeeld onder goederencode 48203000, zoals de Inspecteur had voorgesteld. Het Gerecht stelt vast dat de afzonderlijke waarde van de ringbanden en tabbladen niet bekend is, waardoor het niet mogelijk is om de verschuldigde rechten bij invoer te bepalen. Het Gerecht geeft partijen de gelegenheid om zich uit te laten over de waarde van de goederen, voordat een definitieve beslissing wordt genomen.