Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Omkering bewijslast
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 juni 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een naheffingsaanslag winstbelasting en een verzuimboete opgelegd aan de belanghebbende, een advocatenkantoor gevestigd in Curaçao. De belanghebbende had op 29 juni 2017 een naheffingsaanslag van NAf 6.000 ontvangen, samen met een verzuimboete van NAf 1.000 wegens het niet tijdig indienen van de aangifte winstbelasting over het jaar 2015. Na bezwaar en beroep heeft de belanghebbende op 15 juni 2018 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van de Inspecteur, die de naheffingsaanslag en de verzuimboete handhaafde. Tijdens de zitting op 29 mei 2019 heeft de belanghebbende tevergeefs verzocht om uitstel en heeft zij bewijsaanbod gedaan dat door het Gerecht werd gepasseerd omdat het niet tijdig was ingediend.
Het Gerecht overwoog dat de belanghebbende pas in de beroepsfase aangifte had gedaan, wat leidde tot omkering van de bewijslast. De Inspecteur had een redelijke schatting gemaakt van de winst, en de belanghebbende kon niet overtuigend aantonen dat de naheffingsaanslag onjuist was. De verzuimboete werd ook bevestigd, omdat de belanghebbende niet tijdig de aangifte had ingediend. Het Gerecht verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de opgelegde boete passend was, gezien het aantal eerdere verzuimen. De proceskosten werden niet vergoed.