ECLI:NL:OGEAC:2019:13

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
16 januari 2019
Publicatiedatum
1 februari 2019
Zaaknummer
Cur F-82117-82118 en 82276
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering homologatie schuldeisersakkoord Insel Air International B.V. wegens onvoldoende zekerheid

In de beschikking van 16 januari 2019 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao de homologatie van het schuldeisersakkoord van Insel Air International B.V. geweigerd. De besloten vennootschap, die zich in surseance van betaling bevindt, had een akkoord voorgesteld dat niet voldoende verzekerd bleek. De bewindvoerder had eerder verzocht om zekerheid voor de nakoming van het akkoord, maar de door interCaribbean gepresenteerde zekerheid werd door het Gerecht als onvoldoende beoordeeld. De bewindvoerder had op 15 januari 2019 moeten rapporteren over de uitvoering van een eerder kort geding-vonnis en de zekerheid voor nakoming van het akkoord. Tijdens de zitting op 16 januari 2019 werd duidelijk dat de voorgestelde hypotheekakte en alternatieve kredietmogelijkheden niet voldeden aan de vereisten voor voldoende zekerheid. Het Gerecht gaf de aanwezigen de gelegenheid om de hypotheekakte aan te passen, maar de raadsman van interCaribbean liet weten dat dit niet zou gebeuren. Uiteindelijk concludeerde het Gerecht dat de nakoming van het schuldeisersakkoord onvoldoende verzekerd was, wat leidde tot de weigering van de homologatie. De bewindvoerder vroeg om geen faillissement uit te spreken, en interCaribbean overwoog hoger beroep tegen de weigering van de homologatie. De beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 16 januari 2019
Zaaknummers F-82117-82118 en 82276

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

BESCHIKKING

in de surseance van betaling van:

de besloten vennootschap INSEL AIR INTERNATONAL B.V.,

gevestigd in Curaçao, Dokweg 19,
bewindvoerder: de advocaat mr. R.F. van den Heuvel.

Procesverloop

1. Voor het procesverloop wordt verwezen naar:
- de beschikking van 14 maart 2017 (verlening voorlopige surseance)
- de beschikking van 24 augustus 2017 (verlening definitieve surseance)
- de beschikking van 31 augustus 2018 (verlenging van de surseance)
- de beschikking van 30 oktober 2018 (dagbepaling stemming akkoord)
- het proces-verbaal van de zitting van 4 december 2018 (stemming akkoord)
- het proces-verbaal van de zitting van 18 december 2018 (bespreking homologatie)
- de beschikking van 28 december 2018 (nadere termijn voor zekerheid).
2. Deze stukken staan op de
website (http://www.gemhofvanjustitie.org/uploads/files/2018-10-29%20vijfde%20openbare%20surseanceverslag.pdf)van het hof.

Overwegingen

3. Bij beschikking van 28 december 2018 is de bewindvoerder verzocht uiterlijk op 15 januari 2019 te berichten over de uitvoering van het kort geding-vonnis van 28 december 2018, over de zekerheid voor nakoming van het akkoord en over de vraag of inmiddels door CCAA ‘sufficient comfort’ als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub a van de met interCaribbean gesloten ‘Heads of Agreement’ is verschaft.
4. De bewindvoerder heeft gisterenmiddag per e-mail een concept-machtigingslandbesluit en een concept voor een ‘letter of comfort’ van de Minister van VVRP, welke stukken volgens de bewindvoerder in die vorm ondertekend zullen worden.
5. De raadsman van interCaribbean heeft gisterenmiddag per e-mail een hypotheekakte toegestuurd, alsmede - als alternatief voor de hypotheek - verklaringen van Meridian Financial Group en Enterprise Bank & Trust dat zij bereid zijn krediet aan interCaribbean te verstrekken.
6. Het Gerecht heeft de bewindvoerder en de raadsman van interCaribbean vervolgens als volgt bericht:
“Dank voor onderstaand bericht, de bijlagen daarbij en de e-mail van de bewindvoerder met bijlagen van zojuist.
De aangeboden hypotheek op het vliegtuig zou als een voldoende zekerheid kunnen gelden. In de tekst zoals die nu luidt staat echter dat deze zekerheid vervalt als de SPA niet op 15 april 2019 is getekend. Zoals ik de bewindvoerder al berichtte, wordt de zekerheid daarmee ontkracht. In wezen zou interCaribbean hiermee immers kunnen bewerkstelligen dat de zekerheid vervalt indien dat haar behaagt, namelijk door om welke reden dan ook geen SPA te tekenen. Dat biedt de schuldeisers van Insel naar mijn mening onvoldoende zekerheid.
Het door u genoemde alternatief – het krediet– vind ik evenmin voldoende, al was het alleen al omdat het niet Insel zelf is die ten behoeve van haar schuldeisers onder het krediet kan trekken.
Het zwakke punt in de hypotheekakte kan wellicht eenvoudig worden weggenomen door aan de bepalingen over het verval van de security toe te voegen dat de security voortduurt indien:
- uiterlijk 15 april 2019 de getekende versies door interCaribbean zijn ontvangen van de zojuist door de bewindvoerder toegestuurde stukken m.b.t. het “comfort” aangaande de vergunning;
en:
- uiterlijk 15 april 2019 door een van de partijen bij de HOA een gerechtelijke procedure is aangevangen die strekt tot ondertekening van de SPA, de afname van de aandelen en/of de nakoming van de verplichtingen uit de HOA;
in welk geval de zekerheid pas vervalt na ommekomst van drie maanden nadat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
Graag verneem ik per omgaande van u - bij voorkeur nadat u zich daarover met elkaar heeft verstaan - of u zich kunt vinden in een dergelijke aanpassing van de hypotheekakte.”
7. Ter zitting van hedenmorgen zijn de bewindvoerder en mr. Aardenburg, de raadsman van interCaribbean, gehoord. Namens het Land heeft de heer Ys het woord gevoerd.
8. Homologatie wordt volgens 261 lid 2 Faillissementsbesluit onder meer geweigerd als de nakoming van het akkoord niet voldoende verzekerd is. Insel heeft voor de te bieden zekerheid haar hoop gevestigd op interCaribbean. De door interCaribbean gepresenteerde zekerheid acht het Gerecht echter onvoldoende, om de redenen genoemd in het hiervoor onder 6. opgenomen e-mailbericht.
9. Ter zitting heeft het Gerecht de aanwezigen te kennen gegeven dat de homologatie van het akkoord met de zekerheden in de gepresenteerde vorm niet zal kunnen plaatsvinden, en is gelegenheid gegeven tot 13.00 uur voor beraad over de aanpassing van de hypotheekakte als door de rechter voorgesteld. Uit het vervolgens van de raadsman van interCaribbean ontvangen e-mailbericht blijkt dat een dergelijke aanpassing niet zal worden doorgevoerd.
10. Slotsom is dat de nakoming van het aangenomen schuldeisersakkoord onvoldoende is verzekerd. De goedkeuring van het akkoord zal dan ook op grond van artikel 261 lid 2 Faillissementsbesluit moeten worden geweigerd.
11. De bewindvoerder heeft verzocht bij deze uitspraak niet tevens het faillissement van Insel uit te spreken. Namens interCaribbean is gesteld dat de mogelijkheid van hoger beroep tegen de weigering van de homologatie wordt bezien. Gelet hierop en gezien het bepaalde in artikel 261 lid 4 Faillissementsbesluit, zal worden volstaan met de weigering van de homologatie.

Beslissing

Het Gerecht
- weigert de homologatie van het schuldeisersakkoord.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en op 16 januari 2019 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.