Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING
Loonbelasting
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 17 januari 2019 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de zaak tussen X N.V. en de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de loonbelasting over het jaar 2012, waarbij een bedrag van NAf 2.756 is opgelegd, inclusief een vergrijpboete van 25% ter hoogte van NAf 689. Belanghebbende, een uitgeverij, heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag en de vergrijpboete. De Inspecteur handhaafde de aanslag en de boete, waarna belanghebbende beroep instelde bij het Gerecht.
In de beoordeling van de zaak oordeelde het Gerecht dat het lidmaatschap van de Rotary Club door de directeur/enig aandeelhouder van belanghebbende in de privésfeer ligt. De Inspecteur had terecht de kosten van dit lidmaatschap voor de helft tot het loon gerekend. Daarnaast oordeelde het Gerecht dat de entreekaarten voor het Curaçao North Sea Jazz Festival 2012, verstrekt aan vier werknemers, ook tot het loon moeten worden gerekend. Belanghebbende kon niet aantonen dat de werknemers aanwezig moesten zijn voor verslaggeving, aangezien er al een verslaggever met een perskaart aanwezig was.
Het Gerecht concludeerde dat de naheffingsaanslag loonbelasting niet te hoog was vastgesteld en dat de vergrijpboete terecht was opgelegd. De handelwijze van belanghebbende werd gekwalificeerd als lichtvaardig, wat bijdroeg aan de handhaving van de boete. De uitspraak eindigde met de verklaring dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder aanleiding voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.