ECLI:NL:OGEAC:2018:93

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
21 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
CUR201700219
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag Basisverzekering ziektekosten en verzuimboete

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 21 mei 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag Basisverzekering ziektekosten (BVZ) en een verzuimboete. De belanghebbende, een onderneming gevestigd te Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag van Naf. 968 en een verzuimboete van Naf. 50, opgelegd op 13 november 2015. Na afwijzing van het bezwaar door de Inspecteur der Belastingen op 20 februari 2017, heeft de belanghebbende op 28 maart 2017 beroep ingesteld en griffierecht betaald van Naf. 150.

Tijdens de beroepsprocedure heeft de Inspecteur op 7 mei 2018 telefonisch aan de belanghebbende meegedeeld dat de premie BVZ indertijd wel was betaald, waardoor de naheffingsaanslag en de boete ten onrechte waren opgelegd. De belanghebbende heeft daarop haar beroepschrift ingetrokken, maar onder de voorwaarde dat het betaalde griffierecht zou worden vergoed. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het beroep niet als ingetrokken kon worden beschouwd vanwege het voorwaardelijke karakter van de intrekking.

Uiteindelijk heeft het Gerecht het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag en de boete vernietigd, en gelast dat de Inspecteur het door de belanghebbende betaalde griffierecht van Naf. 150 vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Uitspraak van 21 mei 2018
BBZ nr. CUR201700219
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
X, gevestigd te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende is voor de periode juni 2015, met dagtekening 13 november 2015 een naheffingsaanslag Basisverzekering ziektekosten (BVZ) opgelegd van Naf. 968, alsmede een verzuimboete van Naf. 50.
1.2
Belanghebbende heeft op 15 december 2015 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en de boetebeschikking.
1.3
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 20 februari 2017 de bezwaren afgewezen.
1.4
Belanghebbende heeft op 28 maart 2017 beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van Naf. 150.

2.BEOORDELING VAN HET BEROEP

2.1
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag BVZ opgelegd, alsmede een verzuimboete.
2.2
De Inspecteur heeft op 7 mei 2018 telefonisch aan belanghebbende meegedeeld dat de premie BVZ indertijd wel is betaald, zodat de naheffingsaanslag en boete ten onrechte zijn opgelegd. De Inspecteur heeft vervolgens aan belanghebbende verzocht het beroep in te trekken.
2.3
Bij e-mailbericht van 7 mei 2018 heeft belanghebbende het beroepschrift ingetrokken onder de voorwaarde dat het betaalde griffierecht van Naf. 150 wordt vergoed. Vanwege het voorwaardelijke karakter acht het Gerecht het beroep niet ingetrokken. Daarom zal het Gerecht uitspraak doen.
2.4
Nu de Inspecteur heeft verklaard dat de naheffingsaanslag en de boete moeten worden vernietigd, zal het Gerecht daartoe overgaan. Het beroep van belanghebbende dient derhalve gegrond te worden verklaard.

3.GRIFFIERECHTEN

Omdat het beroep gegrond is verklaard, heeft belanghebbende ingevolge artikel 18, lid 5 van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken recht op vergoeding van het betaalde griffierecht.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-verklaart het beroep gegrond;
-vernietigt de uitspraken op bezwaar;
-vernietigt de naheffingsaanslag BVZ;
-vernietigt de boete; en
-gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van Naf. 150 vergoedt.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 mei 2018, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
-natuurlijke personen: NAf. 200
-personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf. 500