Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.BEOORDELING VAN HET BEROEP
3.GRIFFIERECHTEN
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 21 mei 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag Basisverzekering ziektekosten (BVZ) en een verzuimboete. De belanghebbende, een onderneming gevestigd te Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag van Naf. 968 en een verzuimboete van Naf. 50, opgelegd op 13 november 2015. Na afwijzing van het bezwaar door de Inspecteur der Belastingen op 20 februari 2017, heeft de belanghebbende op 28 maart 2017 beroep ingesteld en griffierecht betaald van Naf. 150.
Tijdens de beroepsprocedure heeft de Inspecteur op 7 mei 2018 telefonisch aan de belanghebbende meegedeeld dat de premie BVZ indertijd wel was betaald, waardoor de naheffingsaanslag en de boete ten onrechte waren opgelegd. De belanghebbende heeft daarop haar beroepschrift ingetrokken, maar onder de voorwaarde dat het betaalde griffierecht zou worden vergoed. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het beroep niet als ingetrokken kon worden beschouwd vanwege het voorwaardelijke karakter van de intrekking.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag en de boete vernietigd, en gelast dat de Inspecteur het door de belanghebbende betaalde griffierecht van Naf. 150 vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.