Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
te ernstigbeschouwd kunnen worden, mede in aanmerking genomen de voor verzoeker getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden (artikel 7A: 1615s lid 2 onder 2˚ BW). Verzoeker ontvangt sinds zijn 60e immers maandelijks een bedrag aan pensioen van circa NAf 30.000,- bruto. Bij voortzetting van de dienstbetrekking anderzijds zou het verweerster nog een aantal jaren maandelijks een salaris van circa NAf 33.000,- bruto kosten, zonder dat daar werkzaamheden tegenover staan bij gebrek aan een passende functie. Tenslotte acht het Gerecht het zeer wel mogelijk dat verzoeker, met zijn ervaring, scholing, contacten en werkverleden, ander passend werk zal kunnen vinden. Zeker met inachtneming van het gegeven dat verzoeker reeds verzekerd is van een niet onaanzienlijk bedrag per maand uit hoofde van pensioen, zodat de scope aan al dan niet/minder betaald werk groter is.
5.De beslissing
Het Gerecht:
wijst af het verzochte;
veroordeeltverzoeker in de proceskosten, aan de zijde van verweerster tot op heden begroot op NAf 1.500,- aan gemachtigdensalaris;
verklaartdeze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst afhet meer of anders gevorderde.