ECLI:NL:OGEAC:2018:44

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 maart 2018
Publicatiedatum
22 maart 2018
Zaaknummer
CUR201601442 (voorheen AR 78771/2016)
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na verkeersongeval met letsel en aansprakelijkheid van de verzekeraar

In deze zaak vordert eiseres, wonende in Curaçao, schadevergoeding van de vennootschap THE NEW INDIA ASSURANCE COMPANY Ltd. na een verkeersongeval dat plaatsvond op 10 december 2008. Eiseres was betrokken bij een aanrijding waarbij zij letsel opliep, waaronder een whiplash en andere verwondingen. De aansprakelijkheid van New India als LAM verzekeraar wordt door eiseres ingeroepen, terwijl New India betwist dat zij aansprakelijk is en stelt dat de vordering is verjaard. Eiseres heeft haar vordering onderbouwd met medische rapporten en bewijsstukken van gemaakte kosten, waaronder immateriële schade, transportkosten, en kosten voor huishoudelijke hulp. Het Gerecht heeft de vordering van eiseres beoordeeld en vastgesteld dat New India aansprakelijk is voor de schade die eiseres heeft geleden. De vordering is deels toegewezen, met inachtneming van de door eiseres gemaakte kosten en de door New India gevoerde verweren. Uiteindelijk is New India veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van NAf 86.648,65, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Het vonnis is uitgesproken op 19 maart 2018.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. R.A.P.H. Pols,
tegen
de vennootschap naar vreemd recht
THE NEW INDIA ASSURANCE COMPANY Ltd.,
vertegenwoordigd door haar agent Seguros Muskus N.V. gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigden: mrs. D. Lunenburg en A.C. van Hoof.
Partijen zullen hierna [eiseres] en New India genoemd worden.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 9 mei 2016 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de aantekeningen van de griffier gemaakt tijdens de mondelinge behandeling op 31 januari 2017, alwaar beide gemachtigden het woord hebben gevoerd en door de gemachtigde van [eiseres] een pleitnota is overgelegd;
- de conclusie van repliek tevens akte wijziging/vermeerdering van eis;
- de conclusie van dupliek tevens houdende antwoord eiswijziging/eisvermeerdering met producties;
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 10 december 2008 heeft op de kruising [straat A] en [straat B] op Curaçao een verkeersongeval plaatsgevonden waarbij de door [eiseres] bestuurde auto in aanraking kwam met de bij New India verzekerde auto. [eiseres] is daarbij frontaal aangereden tegen de voor-/zijkant van de andere auto.
2.2.
De ongevalsgevolgen zijn door [eiseres] in de punten 3 en 4 van het inleidende verzoekschrift als volgt beschreven:
Bij het ongeval zijn er bij eiseres meerdere letsels opgetreden. Er was sprake van een whiplash, een hersenschudding en een periode waarbij eiseres last had van braken en duizeligheid bij opstaan. Er is letsel opgetreden aan beide knieën, in de rug en tevens is er een snijwond opgetreden aan de rechterarm, waarvoor een tetanusinjectie is toegediend. Eiseres is voorts gezien door dr Blanken, medisch specialist … Deze concludeert tot een post-whiplashletsel met beperkingen ten aanzien van zwaardere nek- en schoudergordel belastende activiteiten, alsmede ten aanzien van rug belastende activiteiten. Dr Blanken kan zich vinden in het percentage blijvende functionele invaliditeit van 5% zoals door de medisch adviseur van gedaagde is vastgesteld. …
… Eiseres is gezien door de medisch· adviseur van gedaagde, Dr Cabenda. In zijn rapportage d.d. 7 december 2011 geeft Dr Cabenda aan dat er bij eiseres een kneuzing is opgetreden van de linker schouder en de linker arm met een kneuzing van beide knieën, een snijwond aan de onderarm en een whiplashletsel. Dr Cabenda geeft aan dat er bij eiseres sprake is van klachten passend bij een postwhiplashsyndroom. Dr Cabenda geeft verder in zijn verslag aan dat er op dit moment nog steeds sprake is van pijnklachten in het hoofd en in de nek, uitstralend naar de rug. Er is voorts sprake van een toegenomen spanning over de spieren langs de nek en over de schoudergordel. Dr Cabenda geeft verder aan dat eiseres beperkt is ten aanzien van zwaardere nek- en schoudergordel belastende activiteiten, die zich uitstrekken tot zelfverzorging en huishoudelijke activiteiten. Verder is er naar de mening van dr Cabenda sprake van een toegenomen vermoeidheid en vermoeibaarheid. …
2.3.
Vanaf datum ongeval tot 12 januari 2009 was [eiseres] volledig arbeidsongeschikt. Vanaf 12 januari 2009 tot 9 maart 2009 was het percentage arbeidsongeschiktheid 50% en vanaf 9 maart 2009 tot 27 april 2009 was dat 25%. Sinds die laatste datum is zij volledig arbeidsgeschikt.
2.4.
Bij brief van 5 juni 2010 is New India aansprakelijk gesteld voor de schade van [eiseres].

3.Het geschil

3.1. [
eiseres] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, na vermeerdering en vermindering van eis veroordeling van New India tot betaling van NAf 99.006,65, gespecificeerd als volgt:
  • immateriële schade NAf 10.000,--;
  • transportkosten NAf 2.000,--;
  • huishoudelijke hulp tot begin 2012 NAf 16.610,-- plus NAf 61.370,40 toekomstige schade is NAf 77.980,40 in totaal;
  • hulp haarverzorging dochter NAf 7.975,--;
  • medische hulpmiddelen NAf 483,--;
  • eigen risico auto NAf 500,--;
  • medicatie NAf 68,25.
Dit bedrag dient volgens [eiseres] te worden vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten van NAf 5.119,88 en met de wettelijke rente vanaf 10 december 2008 over de immateriële schade en over de materiële schade vanaf 5 juni 2010.
Tenslotte vordert [eiseres] veroordeling van New India in de proceskosten.
3.2. [
eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat New India als LAM verzekeraar aansprakelijk is voor haar schade.
3.3.
New India heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij conclusie van antwoord heeft New India betwist dat zij als LAM verzekeraar aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden schade omdat de bij haar verzekerde bestuurder geen verkeersfout zou hebben gemaakt. [eiseres] heeft deze betwisting in haar pleidooi ter comparitie en aansluitend in haar conclusie van repliek uitgebreid weersproken. Bij conclusie van dupliek is New India niet meer op haar betwisting teruggekomen en heeft zij niet op de stellingen van [eiseres] tijdens de comparitie en bij conclusie van repliek gereageerd. Daarmee heeft New India dit verweer laten varen, waardoor dit faalt.
4.2.
New India heeft aangevoerd dat de vordering van [eiseres] is verjaard. [eiseres] heeft dit gemotiveerd en onderbouwd bestreden door te wijzen op stuiting van de verjaring door de brief van 5 juni 2010, erkenning van de vordering door New India - onder meer tot uitdrukking gekomen in de betaling van New India aan RSA/Guardian op 20 augustus 2009 - alsmede het bestaan van onderhandelingen tussen partijen als bedoeld in artikel 9 lid 3 LAM. Deze onderhandelingen zijn volgens [eiseres] gebleken uit het gegeven dat New India de aansprakelijkheidsstelling in behandeling nam, er vervolgens vaak telefonisch contact was tussen [naam] van New India en [eiseres] en [eiseres] in dat kader naar dokter Cabenda is verwezen om de ongevalsgevolgen in kaart te brengen. In de conclusie van dupliek is New India niet meer ingegaan op vermelde reactie van [eiseres] op het verjaringsverweer, zodat dit verweer in onvoldoende mate is gehandhaafd. Dit faalt dan ook.
4.3.
Gelet op het voorgaande heeft verder als uitgangspunt te gelden dat New India aansprakelijk is voor de schade die [eiseres] ten gevolge van het ongeval heeft geleden. De door [eiseres] gevorderde en door New India deels bestreden posten worden hierna besproken.
4.4.
Immateriële schade ad NAf 10.000,--;
[eiseres] heeft het gevorderde schadebedrag gebaseerd op het in zaaknummer 341 van de Smartengeldgids genoemde bedrag van € 4.084,-- omgerekend naar Nederlands Antilliaanse valuta en die uitkomst verhoogd tot NAf 10.000,--. New India heeft de berekening van [eiseres] bestreden. De hoogte van immateriële schadevergoeding wordt naar billijkheid vastgesteld (artikel 6: 106 lid 1 onder b BW). Rekening wordt gehouden met alle omstandigheden van het geval, in het bijzonder de aard en de ernst van het letsel en de gevolgen daarvan voor [eiseres], bestaande uit blijvende beperkingen ten aanzien van de belasting van nek, schouder en armen. Op grond van het hiervoor overwogene en met inachtneming van vergelijkbare gevallen in Nederland en Curaçao stelt het Gerecht de verzochte schadevergoeding naar billijkheid vast op een bedrag van NAf 7.500,--.
4.5.
Transportkosten ad NAf 2.000,--;
Ter onderbouwing van deze kosten heeft [eiseres] naar voren gebracht dat zij transportkosten heeft gemaakt van en naar behandelaars. Er zijn kwitanties en afsprakenkaarten van de chiropractor Snel overgelegd. New India heeft verschuldigdheid van deze post betreden, althans is van mening dat deze post te hoog is. Volgens New India heeft [eiseres] blijkens de fax van RSA van 18 februari 2008 in ieder geval vanaf die datum de total loss uitkering ontvangen, zodat [eiseres] geen vervangend vervoer meer hoefde te regelen vanaf toen. Ook wijst New India er op dat een gedeelte van de overgelegde kwitanties betrekking heeft op D. en C. [eiseres] en de andere op [eiseres]. [eiseres] is op genoemde verweren niet ingegaan. Dit heeft tot gevolg dat alleen de kwitanties op haar naam worden meegerekend. Voorts zal er van worden uitgegaan dat [eiseres] per eind maart 2009, ongeveer anderhalve maand na de vermoedelijke datum dat [eiseres] over de total loss uitkering beschikte, in staat moet zijn geacht eigen vervoer te hebben geregeld. Dit betekent dat een bedrag van NAf 600,-- voor vergoeding in aanmerking komt. Voor het overige wordt de vordering afgewezen.
4.6.
Kosten huishoudelijke hulp ad NAf 77.980,40 in totaal;
Ter onderbouwing van deze vordering heeft [eiseres] verwezen “de medische verslaglegging waarin de blijvende beperkingen zijn geduid voor huishoudelijke activiteiten”. Deze verslagen zijn bij inleidend verzoekschrift als producties 3 (dr. Blanken) en 4 (dr. Cabenda) overgelegd. [eiseres] heeft ook kwitanties overgelegd van betalingen terzake huishoudelijke hulp. Tegenover deze onderbouwing had New India niet mogen volstaat met de enkele betwisting dat huishoudelijke hulp is geleverd. Dat wordt niet anders doordat de verwijzing naar “medische verslaglegging” rijkelijk vaag is nu New India zich door raadpleging van die verslagen had kunnen vergewissen dat de stelling van [eiseres] dat zij in het verleden huishoudelijke hulp had en die ook in de toekomst nodig heeft op zich juist is.
4.7. [
eiseres] heeft de hoogte van die kosten gesplitst in een deel betrekking hebbende op gemaakte kosten tot begin 2012 en een deel toekomstige schade sindsdien. De gemaakte kosten komen uit op een bedrag van NAf 16.610,-- en de toekomstige kosten op NAf 61.370,40, totaal NAf 77.980,40, aldus [eiseres].
4.8.
Op grond van de overgelegde kwitanties betrekking hebbende op de periode ongeval 8 december 2008 tot begin 2012 neemt het gerecht aan dat [eiseres] die kosten ook daadwerkelijk heeft gemaakt. New India heeft de stelling betrokken dat de medische beperkingen van [eiseres] vanaf de dag dat [eiseres] weer volledig arbeidsgeschikt was, slechts een vergoeding voor een dagdeel per week rechtvaardigen. Deze stelling wordt verworpen omdat onaannemelijk is dat arbeidsgeschiktheid hand in hand gaat met de toename van het vermogen om daarenboven zelfredzaam werkzaam te zijn in het huishouden. In het rapport van Dr. Blanken van 21 augustus 2014 wordt in dit verband juist vermeld dat dit zelfs op die datum nog niet het geval was. Dat de vordering van [eiseres] gebaseerd is op de kosten van twee dagdelen per week komt, gelet op de medische beperkingen van [eiseres], dan ook aanvaardbaar voor. Het bedrag van NAf 16.610,-- zal daarom worden toegewezen.
4.9.
De toekomstige schade is gebaseerd op huishoudelijke hulp gedurende een dagdeel per week ad NAf 50,-- per dagdeel vanaf begin 2012 tot leeftijd 75 jaar van [eiseres]. [eiseres] heeft deze schade, na vermindering van haar vordering bij pleidooi, becijferd op het eerder genoemde bedrag van NAf 61.370,40. Daarbij heeft zij verwezen naar de NRL-tabel contante waarde en wettelijke rente, door haar bij pleidooi overgelegd als productie 3. New India heeft hier tegenin gebracht dat de Nederlandse tabellen niet één op één op Curaçao toepasbaar zijn omdat de inkomens alhier, en met name die van huishoudelijke hulpen, aanzienlijk lager zijn dan in Nederland. Dit laatste moge juist zijn, maar is geen argument om de Nederlandse tabellen niet toe te passen, omdat het inkomen in die tabellen geen rol speelt.
New India heeft verder nog naar voren gebracht dat de vergoeding van huishoudelijke hulp op NAf 45,-- per dagdeel moet worden gesteld zoals in de periode tot 2012 door [eiseres] is betaald en niet op NAf 50,-- per dagdeel waarvan [eiseres] bij de begroting van de toekomstige schade uitgaat. New India wordt in deze zienswijze niet gevolgd omdat alleszins te verwachten is dat de lonen van huishoudelijke hulpen in de periode 2012 tot 2041 in welk jaar [eiseres] de 75-jarige leeftijd zal hebben bereikt, zullen stijgen.
Gelet op het vorenstaande zal de toekomstige schade van [eiseres] met betrekking tot de vergoeding voor toekomstige huishoudelijke hulp worden vastgesteld op het door haar gevorderde bedrag van NAf 61.370,40. In totaal zal wat deze post betreft dus worden toegewezen NAf 16.610,-- plus NAf 61.370,40 is NAf 77.980,40.
4.10.
Kosten haarverzorging dochter ad NAf 7.975,--;
[eiseres] voert aan dat de structuur van het haar van haar dochter dusdanig is dat dit een aantal malen per week moet worden gekamd en gevlochten en dat zij deze werkzaamheden, anders dan voor het ongeval, niet meer zelf kon verrichten en daarom heeft moeten uitbesteden. New India heeft de noodzaak van de gestelde haarverzorging gemotiveerd betwist en er daarbij onder meer op gewezen dat de dochter, gezien haar leeftijd in staat is om zelf haar haren te kammen en vlechten.
[eiseres] heeft dit bestreden met de opmerking dat het om een tijdrovende handeling gaat.
Deze stelling raakt het verweer van New India niet. Dat de gewenste haarverzorging tijdrovend is betekent immers niet dat het noodzakelijk om daarvoor professionele krachten in te schakelen. Daar komt bij dat op [eiseres] de plicht rust haar schade te beperken. Gesteld nog gebleken is dat een andere oplossing dan professionele hulp niet mogelijk was. De vordering van [eiseres] ten deze zal dus worden afgewezen.
4.11.
Medische hulpmiddelen ad NAf 483,--;
[eiseres] heeft deze post onderbouwd met de stelling dat deze door New India is erkend.
Dat is door New India bestreden met het argument dat een advies van haar medische adviseur niet aangemerkt kan worden als een erkenning door haar. Hierop heeft [eiseres] niet meer gereageerd zodat het ervoor moet worden gehouden dat het verweer van New India juist is. Deze post wordt dus afgewezen.
4.12.
Eigen risico auto ad NAf 500,--;
New India betwist dat het eigen risico van [eiseres] is betaald. Dat heeft zij onderbouwd met de stelling dat [eiseres] ook sleepkosten en expertisekosten vordert en dat dit erop wijst dat zij geen eigen risico aan haar verzekeraar heeft betaald. Bij pleidooi ter comparitie heeft [eiseres] haar vordering met betrekking tot sleepkosten en expertisekosten verminderd om reden dat haar verzekeraar die kosten inmiddels heeft betaald. Gelet hierop, en op het te dezer zake door New India gevoerde verweer, dient in rechte te worden aangenomen dat juist is dat [eiseres] haar eigen risico heeft betaald.
Deze vordering wordt dus toegewezen.
4.13.
Kosten medicatie ad NAf 68,25;
Deze post is door New India niet gemotiveerd weersproken. Toewijzing kan dus volgen.
4.14.
Bovenstaande posten voor zover deze worden toegewezen worden hierna als volgt samengevat weergegeven:
- immateriële schade NAf 7.500,--
- transportkosten 600,--
- huishoudelijke hulp 77.980,40
- eigen risico 500,--
- medicatie 68,25
Totaal 86.648,65.
De wettelijke rente zal worden toegewezen zoals gevorderd.
4.15.
Buitengerechtelijke kosten ad NAf 5.119,88
[eiseres] heeft ter adstructie van deze vordering een urenspecificatie overgelegd van de werkzaamheden van het (aan het kantoor van de raadsman van [eiseres] verbonden) Bureau PersonenSchade. New India heeft deze post bestreden met de stelling dat het hier gaat om “normale eenvoudige kosten ter voorbereiding van de procedure en het gemachtigdensalaris” onder de toevoeging dat het gevorderde bedrag valt onder een eventuele proceskostenveroordeling. Dit verweer wordt verworpen. Uit de specificatie blijkt genoegzaam dat de bestede tijd meer heeft omvat dan een eenvoudige voorbereiding van de procedure. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat het voorbereiden van een procedure wegens letselschade (aanmerkelijk) meer tijd vergt dan een doorsnee incassoprocedure. Die kosten waren redelijkerwijs noodzakelijk en omvang van de kosten komt redelijk voor.
Deze post kan dus worden toegewezen.
4.16.
New India wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [eiseres]. Deze bedragen tot op heden NAf 870,-- aan griffierecht,
NAf 348,45 aan explootkosten en NAf 60,-- aan roepgeld. Het gemachtigdensalaris wordt begroot op NAf 4.500,-- (3 punt x tarief 6 NAf 1.500,--).

5.De beslissing

Het Gerecht:

- veroordeelt New India tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van
NAf 86.648,65 vermeerderd met de wettelijke rente over NAf 7.500,-- vanaf 8 december 2008 tot de dag der algehele voldoening en over de overige schade vanaf 5 juni 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt New India tot betaling aan [eiseres] van een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van NAf 5.119,88;
- veroordeelt New India in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op NAf 1.278,45 aan verschotten en NAf 4.500,-- aan gemachtigdensalaris;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2018.