ECLI:NL:OGEAC:2018:43
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van werkgevers voor lekken van vluchtgegevens door politieambtenaar en medewerker veiligheidsdienst in verband met schietpartij op luchthaven
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, stond de aansprakelijkheid van de openbare rechtspersoon Het Land Curaçao en de naamloze vennootschap Curaçao Airport Partners N.V. centraal. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.J. de Winter, stelde dat de schietpartij op Hato Airport op 15 juli 2014 het gevolg was van het lekken van vluchtgegevens door een politieambtenaar en een medewerker van de Veiligheidsdienst Curaçao. De eiseres hield Het Land aansprakelijk op grond van artikel 6:170 BW, dat werkgevers aansprakelijk stelt voor fouten van hun ondergeschikten. Het Gerecht oordeelde dat de vorderingen tegen Curaçao Airport Partners N.V. werden afgewezen en dat de vorderingen tegen Het Land niet toewijsbaar waren, omdat er geen voldoende verband bestond tussen de fout van de politieambtenaar en zijn taak. Het Gerecht concludeerde dat de eiseres niet had aangetoond dat de norm die door de medewerker van de Veiligheidsdienst was geschonden, ook strekte tot bescherming tegen de door haar geleden schade. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van zowel Curaçao Airport Partners N.V. als Het Land.