ECLI:NL:OGEAC:2018:375
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over rechtsgeldige opzegging van termijn deposito's na overlijden van de klant
In deze zaak heeft eiseres, wonende in Venezuela, een kort geding aangespannen tegen Banco del Orinoco N.V. (BdO) over de uitbetaling van termijn deposito's en een bankrekening na het overlijden van haar echtgenoot. Eiseres heeft op 24 april 2018 een kort geding verzoekschrift ingediend, maar de behandeling is meerdere keren aangehouden om partijen de kans te geven tot een regeling te komen. Uiteindelijk heeft de mondelinge behandeling op 12 december 2018 plaatsgevonden.
Eiseres vordert een bedrag van USD 174.524,66 van BdO, vermeerderd met wettelijke rente, omdat BdO niet heeft voldaan aan haar verzoek om uitbetaling van de tegoeden. BdO betwist de vordering en stelt dat eiseres de termijn deposito's niet rechtsgeldig heeft opgezegd, omdat de opzegging niet tijdig en niet aan de juiste partij is gedaan. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de opzegging van de termijn deposito's niet rechtsgeldig was, omdat deze niet aan BdO zelf was gericht en niet was onderbouwd met de vereiste documenten.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de termijn deposito's zijn verlengd en pas later opeisbaar zijn. Echter, het saldo op de bankrekening is wel opeisbaar. Het Gerecht heeft de vordering van eiseres gedeeltelijk toegewezen, waarbij BdO is veroordeeld tot betaling van USD 150.092,21 en USD 19.429,57, vermeerderd met wettelijke rente. BdO is ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S.M. Christiaan op 21 december 2018.