ECLI:NL:OGEAC:2018:359
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van staking door brandweer en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft het Land Curaçao een kort geding aangespannen tegen de Algemene Bond van Overheidspersoneel (ABVO) met als doel een bevel te verkrijgen om de staking bij de brandweer te beëindigen. De procedure begon op 22 juni 2018, toen het Land een verzoekschrift indiende. Tijdens de zitting op dezelfde avond werd afgesproken dat de brandweerlieden tijdelijk hun werkzaamheden zouden hervatten en dat er op de daaropvolgende dinsdag verder overleg zou plaatsvinden. Op 29 juni 2018 verzocht ABVO het Land in de proceskosten te veroordelen.
De kern van de zaak draait om de vraag of de oproep van ABVO aan haar leden om onder werktijd te vergaderen, kan worden gekwalificeerd als een staking. Het Gerecht oordeelde dat, hoewel ABVO stelde niet tot een staking te hebben opgeroepen, de feiten en omstandigheden, waaronder een geluidsopname, aantoonden dat de brandweerpersoneel daadwerkelijk de werkzaamheden had neergelegd. Het Gerecht concludeerde dat de staking onrechtmatig was, omdat het belang van de staking niet opwoog tegen de nadelen die het met zich meebracht, vooral gezien de cruciale rol van brandweerlieden in de samenleving.
Het Gerecht besloot dat er geen bevel aan ABVO hoefde te worden gegeven, aangezien er al afspraken waren gemaakt over het hervatten van de werkzaamheden. Wat betreft de proceskosten, oordeelde het Gerecht dat, gezien de omstandigheden van de zaak, iedere partij zijn eigen kosten zou dragen. Dit vonnis werd uitgesproken op 2 oktober 2018 door mr. P.E. de Kort, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.