ECLI:NL:OGEAC:2018:350

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
29 juni 2018
Publicatiedatum
14 augustus 2019
Zaaknummer
500.00074/18
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mensensmokkel en invoer van vuurwapens en verdovende middelen

Op 29 juni 2018 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel en het invoeren van vuurwapens en verdovende middelen. De verdachte, geboren in 1985 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. U.F. Dickens. Tijdens de openbare terechtzitting op 8 juni 2018 eiste de officier van justitie, mr. R.A. Koert, een gevangenisstraf van 54 maanden. De tenlastelegging omvatte onder andere het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie, het invoeren van cocaïne en hennep, en het helpen van anderen bij illegale grensoverschrijding.

Het Gerecht oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte werd vrijgesproken van het tweede feit, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij zich schuldig had gemaakt aan de invoer van cocaïne. Echter, het Gerecht achtte de andere feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte had een coördinerende rol gespeeld in de mensensmokkel en was betrokken bij de invoer van vuurwapens en verdovende middelen.

De strafbaarheid van de verdachte werd vastgesteld, en het Gerecht legde een gevangenisstraf van vier jaar op. Het Gerecht benadrukte de ernst van de feiten, waaronder de risico's van vuurwapens en de gevolgen van de handel in verdovende middelen voor de samenleving. De verdachte had bijgedragen aan het in stand houden van het illegalencircuit en de risico's voor de betrokken vreemdelingen tijdens het vervoer werden als zeer ernstig beschouwd. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, werd in mindering gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

Parketnummer: 500.00074/18

Uitspraak: 29 juni 2018 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 juni 2018. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. U.F. Dickens, advocaat Curaçao.
De officier van justitie, mr. R.A. Koert, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 54 (vierenvijftig) maanden.
De raadsman heeft bepleit dat verdachte zal worden vrijgesproken van het de feiten 2, 4 en 5 en overigens een strafmaatverweer gevoerd.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd:

(Invoer (voorhanden hebben van) vuurwapens en munitie)

1. dat hij op of omstreeks
11 juli 2017, in elk geval op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
24 juni 2017 tot 19 augustus 2017in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, voorhanden heeft gehad
één of meerdere vuurwapens (met uitzondering van het pistool van het merk Pietro Beretta model Px4 Storm; kaliber 9x19 mm, immers is de verdachte daar reeds voor veroordeeld)in de zin van de Vuurwapenverordening 1930 en/of
één of meerdere scherpe patronen,in elk geval munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930;
(art. 3 j° art. 11 Vuurwapenverordening 1930 j° art. 1:123 Wetboek van Strafrecht)

(Invoer van verdovende middelen)

2. dat hij
op 11 juli 2017, in elk geval op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
24 juni 2017 tot 19 augustus 2017in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) al dan niet opzettelijk heeft ingevoerd in de zin van artikel 1 lid 2 van de Opiumlandsverordening 1960 en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval in
zijnbezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend,
één of meerdere hoeveelheden cocaïne, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende
cocaïne, althans enige bereiding van
cocaïne, zijnde
cocaïne(een) middel(en) als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening 1960 en/of in de Beschikking van de Minister van Volksgezondheid van 6 januari 2005 (P.B. 2005 no. 13);
(artikel 3 jo 11 van de Opiumlandsverordening 1960)
3. dat hij
op 11 juli 2017, in elk geval op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
24 juni 2017 tot 19 augustus 2017in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) al dan niet opzettelijk heeft ingevoerd in de zin van artikel 1 lid 2 van de Opiumlandsverordening 1960 en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval in
zijnbezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend
één of meerdere hoeveelheden hennep, althans hars die uit hennep wordt getrokken, althans een gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt (zoals hashish), zijnde hennep een middel als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening 1960 en/of in de Beschikking van de Minister van Volksgezondheid van 6 januari 2005 (P.B. 2005 no. 13);

(Artikel 4 jo 11-2 Opiumlandsverordening 1960)

(Mensensmokkel)

4. dat hij op of omstreeks
20 juni 2017, althans op een tijdstip in of omstreeks de maand juni 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer 1], in elk geval een of meer anderen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Venezuela en/of Colombia en/of doorreis via Venezuela naar Colombia en/of vertrek uit Curacao en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat de aanwezigheid van die ander(en) daar wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), (tegen betaling) die
[slachtoffer 1]aangegeven waar en/of wanneer en/of op welke boot hij naar Venezuela kon vertrekken en hem met een boot naar Venezuela getransporteerd;
(artikel 2:154 lid 1 sub a jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
5. dat hij op of omstreeks
20 juni 2017, althans op een tijdstip in of omstreeks de maand juni 2017in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9]behulpzaam is geweest bij het zich
verschaffen van toegangtot en/of doorreis door/via en/of vertrek uit Curacao en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of
die
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9]daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat de aanwezigheid van die
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9]daar wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), (tegen betaling) die personen met een boot van Venezuela naar Curacao getransporteerd en/of alhier opgevangen, althans geprobeerd op te vangen en/of van de kust naar een (andere) bestemming op Curacao te transporteren;
(artikel 2:154 lid 1 sub a jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak feit 2
Het Gerecht, gelijk de raadsman, heeft niet de overtuiging bekomen dat verdachte het onder feit 2 tenlastegelegde heeft begaan en zal hem daarvan vrijspreken. Daartoe is het volgende redengevend.
Zoals hierna zal worden overwogen is het Gerecht van oordeel dat verdachte betrokken is geweest bij de invoer van contrabande in de St Jorisbaai op 11 juli 2017. De van deze contrabande gemaakte foto’s vertonen onder meer pakketten waarvan, beoordeeld naar het uiterlijk daarvan, redelijkerwijs kan worden vermoed dat deze cocaïne bevatten.
Dit is echter onvoldoende voor wettig en overtuigend bewijs. De foto’s tonen ingepakte pakketten waarvan de inhoud niet te zien is. Er is niets van deze pakketten in beslag genomen, laat staan onderzocht in een laboratorium. Ook uit de in het dossier aanwezige tapgesprekken kan niet met enige mate van zekerheid worden afgeleid dat over cocaïne wordt gesproken. Noch de invoer van cocaïne, noch het daaruit volgende bezit, kan derhalve wettig en overtuigend bewezen worden.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
1. dat hij
op ofomstreeks
11 juli 2017,
in elk geval op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van24 juni 2017 tot 19 augustus 2017in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, voorhanden heeft gehad
één ofmeerdere vuurwapens(met uitzondering van het pistool van het merk Pietro Beretta model Px4 Storm; kaliber 9x19 mm, immers is de verdachte daar reeds voor veroordeeld)in de zin van de Vuurwapenverordening 1930
en/oféén of meerdere scherpe patronen,in elk geval munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930;
3. dat hij
op 11 juli 2017, in elk geval op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van24 juni 2017 tot 19 augustus 2017in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
(telkens) al dan nietopzettelijk heeft ingevoerd in de zin van artikel 1 lid 2 van de Opiumlandsverordening 1960
en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval inzijnbezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewendéénof meerderehoeveelheidenhennep, althans hars die uit hennep wordt getrokken, althans een gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt (zoals hashish), zijnde hennep een middel als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening 1960 en/of in de Beschikking van de Minister van Volksgezondheid van 6 januari 2005 (P.B. 2005 no. 13);
4. dat hij
op ofomstreeks
20 juni 2017, althans op een tijdstip in of omstreeks de maand juni 2017te Curaçao, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,
[slachtoffer 1],
in elk geval een of meer anderenbehulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Venezuela
en/of Colombia en/of doorreis via Venezuela naar Colombiaen
/of vertrek uit Curaçao en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,en
/ofdie ander
(en)daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige redenen had(den) te vermoedendat de aanwezigheid van die ander(en) daar wederrechtelijk was,
immers
heeft/hebben hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
),
(tegen betaling
)die
[slachtoffer 1]aangegeven waar en
/ofwanneer en
/ofop welke boot hij naar Venezuela kon vertrekken en hem met een boot naar Venezuela getransporteerd;
5. dat hij op
of omstreeks20 juni 2017, althans op een tijdstip in of omstreeks de maand juni 2017in Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
[slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6] en/of[slachtoffer 7] en/of[slachtoffer 8] en/of[slachtoffer 9]behulpzaam is geweest bij het zich
verschaffen van toegangtot
en/of doorreis door/via en/of vertrek uitCuracao
en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,en
/of
die
[slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6] en/of[slachtoffer 7] en/of[slachtoffer 8] en/of[slachtoffer 9]daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige redenen had(den) te vermoedendat de aanwezigheid van die
[slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6] en/of[slachtoffer 7] en/of[slachtoffer 8] en/of[slachtoffer 9]daar wederrechtelijk was,
immers
heeft/hebben hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
),
(tegen betaling
)die personen met een boot van Venezuela naar Curacao getransporteerd en
/of alhier opgevangen, althansgeprobeerd op te vangen
en/of van de kust naar een (andere) bestemming op Curacao te transporteren;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Bewijsoverwegingen
Het Gerecht overweegt dat het in het dossier genoemde vuurwapen Pietro Beretta model Px4 Storm conform de bedoeling van de tenlastelegging geen deel uitmaakt van de bewezenverklaring van feit 1. Daarbij wordt opgemerkt dat artikel 1:143 Sr niet zonder meer in de weg staat aan vervolging, nu verdachte eerder is veroordeeld voor het voorhanden hebben van dit vuurwapen op een andere datum dan 11 juli 2017.
De raadsman heeft aangevoerd dat er onvoldoende bewijs voorhanden is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel, en aldus vrijspraak bepleit van de feiten 4 en 5.
Het Gerecht verwerpt het verweer en overweegt als volgt. De getuige [slachtoffer 1] verklaart dat hij door verdachte is geholpen om naar de boot (lancha) te gaan om naar Venezuela te kunnen gaan. Ook medeverdachte Montero verklaart dat hij door verdachte werd geholpen om met een boot Venezuela te kunnen bereiken. Beiden verklaren een geldbedrag aan verdachte te hebben betaald om naar Venezuela gesmokkeld te worden. Venezuela is toegetreden tot het in
artikel 2:154 Sr genoemde Protocol bij het Verdrag van New York.
De onder feit 5 genoemde Venezolanen zijn aangetroffen in de lancha of in de mondi van de Fuikbaai. Het Gerecht acht bewezen dat zij met de lancha vanuit Venezuela waren gekomen. Verdachte was van afstand druk bezig met het aansturen van [persoon 1] en [persoon 2] teneinde deze mensen op te laten vangen en ze ‘in veiligheid’, te weten buiten het zicht van de autoriteiten te brengen. Uit de verklaringen alsook uit de tapgesprekken kan het Gerecht opmaken dat verdachte een coördinerende rol heeft gehad bij de mensensmokkel, die door de kapitein van de lancha [persoon 3] en onbekend gebleven anderen feitelijk werd uitgevoerd. De rol van verdachte is, ook gezien de betalingen aan hem, van zodanig gewicht dat hij als medepleger moet worden aangemerkt.
De raadsman heeft betoogd dat slechts sprake kan zijn van een poging, nu [slachtoffer 1] Venezuela niet heeft bereikt. Dit betoog faalt, nu hetgeen aan verdachte wordt verweten, de behulpzaamheid, voltooid is (vgl. ECLI:NL:HR:2017:3195).
Het Gerecht overweegt voorts dat, hoewel uit het dossiers niets kan worden afgeleid over de verblijfsstatus van [slachtoffer 1] in Venezuela, respectievelijk van de in feit 5 genoemde Venezolanen in Curaçao, niettemin bewezen kan worden dat hun aanwezigheid in die landen wederrechtelijk is. Uit de clandestiene en heimelijke wijze waarop de grensoverschrijding plaatsvindt volgt immers dat de reguliere grenscontroles en het toezicht door de autoriteiten worden ontdoken. Naar het oordeel van het Gerecht kan een dergelijke handelswijze nimmer een rechtmatige aanwezigheid opleveren, ongeacht bijvoorbeeld de visumvrijstelling voor Venezolanen.
Opmerking verdient dat de behulpzaamheid van verdachte bij het vertrek van [slachtoffer 1] uit Curaçao geen mensensmokkel oplevert, ook al gebeurde dat op heimelijke wijze, nu uit het dossier niet volgt dat de aanwezigheid van [slachtoffer 1] in Curaçao wederrechtelijk was.
Het Gerecht acht de feiten 4 en 5 gelet op het hiervoor overwogene wettig en overtuigend bewezen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
Feit 1
Het medeplegen van overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening 1930, meermalen gepleegd.
Feit 3
Het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met artikel 4 lid 1 onder A van de Opiumlandverordening 1960
Feit 4
Een ander behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot Venezuela, terwijl hij weet dat de aanwezigheid van die ander daar wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen;
Feit 5
Een ander behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot Curaçao, terwijl hij weet dat de aanwezigheid van die ander daar wederrechtelijk is, terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan verdachte te verwijten en op de persoon van verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het invoeren en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid hennep en vuurwapens. Hennep is een voor de gezondheid van personen schadelijke stof, die verstrekkende gevolgen kan hebben voor de gebruikers daarvan en voor de maatschappij. De handel in verdovende middelen en vuurwapens gaat vaak gepaard met geweldscriminaliteit en leidt tot vele andere vormen van criminaliteit bij de verslaafden. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens brengt onaanvaardbare risico’s en gevoelens van onveiligheid in de samenleving mee. Het betreft derhalve ernstige feiten.
Voorts heeft verdachte in een coördinerende rol samen met anderen personen vanuit Venezuela naar Curaçao en vice versa gesmokkeld. Door mensensmokkel wordt het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Curaçao doorkruist. Door zijn handelen heeft verdachte uit winstbejag bijgedragen aan het in stand houden van het illegalencircuit. Hij heeft hierbij kennelijk niet stilgestaan bij het ontwrichtende karakter van mensensmokkel en de risico’s die de vreemdelingen liepen tijdens het vervoer. Het Gerecht neemt dit verdachte zeer kwalijk.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat slechts een langdurige gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Daarbij is op de voet van artikel 1:138, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden met de veroordeling die na de onderhavige bewezen verklaarde feiten heeft plaatsgevonden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:123, 1:136, 2:154 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening en de artikelen 4 en 11 van de Opiumlandsverordening, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
4 (vier) jaren;
beveelt dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters, bijgestaan door S.M. La Croes-Virginia (zittingsgriffier), en op 29 juni 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.
uitspraakgriffier: