ECLI:NL:OGEAC:2018:345

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
27 juni 2018
Publicatiedatum
13 augustus 2019
Zaaknummer
790-066680
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeerszaak met betrekking tot parkeerverbod op Curaçao

In deze verkeerszaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is de verdachte beschuldigd van het overtreden van het parkeerverbod op 18 april 2018. De verdachte, geboren in 1958, werd beschuldigd van het parkeren van een Toyota Hilux aan de linkerzijde van de openbare weg, in strijd met verkeersbord E1. De zaak werd op 30 mei en 27 juni 2018 behandeld, waarbij de verdachte telkens aanwezig was. De officier van justitie, mr. I. Out, eiste een geldboete van NAf 100,=.

Het Gerecht oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte werd schuldig bevonden aan de ten laste gelegde overtreding, ondanks zijn verweer dat hij het bord E1 niet had gezien. Het Gerecht oordeelde dat de zichtbaarheid van het bord voldoende was en dat de verdachte verantwoordelijk was voor het naleven van de verkeersregels.

De verdachte voerde ook aan dat het bord aan de rechterzijde van de weg de werking van het bord aan de linkerzijde opheft, maar het Gerecht verwierp dit argument. De werking van verkeersborden is niet afhankelijk van de plaatsing van andere borden aan de andere zijde van de weg. Het Gerecht concludeerde dat de verdachte de overtreding had begaan en legde een geldboete op van NAf 100,= en twee dagen hechtenis op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij gebreke van betaling. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. D. Gruijters, bijgestaan door zittingsgriffier mr. T.M.A.D. de Lanoy, op 27 juni 2018.

Uitspraak

Parketnummer: 790-066680

Uitspraak: 27 juni 2018 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[VERDACHTE],

geboren op [geboortedatum] 1958 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 30 mei 2018 en 27 juni 2018. De verdachte is telkens verschenen.
De officier van justitie, mr. I. Out, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het feit bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen tot een geldboete van NAf. 100,=.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op 18 april 2018 te ongeveer 12:05 uur op Curaçao op de voor het openbaar verkeer openstaande weg/openbare weg de Plaza Mundo Merced ter hoogte van The Movies heeft gereden als bestuurder(ster)/passagier van een (soort voertuig) vrachtauto kenteken: [kentekennummer] (merk/type) Toyota Hilux kleur: bruin en daarmee toen en daar de aan de achterzijde van dit formulier onder nummer(s): 134 vermelde overtreding(en) heeft gepleegd.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 18 april 2018 te ongeveer 12:05 uur op Curaçao op de
voor het openbaar verkeer openstaande weg/openbare weg de Plaza Mundo Merced ter hoogte van The Movies
heeft geredenals bestuurder
(ster)/passagiervan een
(soort voertuig)vrachtauto
metkenteken [kentekennummer] (merk/type) Toyota Hilux, kleur: bruin
zijn voertuig aan de linkerzijde van de rijbaan heeft geparkeerd in strijd met bord model E1 (parkeerverbod).
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). Ook is de in de tenlastelegging genoemde overtreding nummer 134 in de bewezenverklaring omschreven. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. De inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
1.Op 18 april 2018 ongeveer 12:05 bevond brigadier [brigadier 1] zich ter hoogte van The Movies in Curaçao. Hij heeft het volgende gerelateerd:
”Op 18 april 2018 heb ik geconstateerd dat [verdachte] op de openbare weg de Plaza Mundo Merced ter hoogte van The Movies als bestuurder van een vrachtauto Toyota Hilux kenteken [kentekennummer] kleur bruin de overtreding onder nummer 134 heeft gepleegd. Ik constateerde dat het voertuig aan de linkerzijde van de rijbaan geparkeerd stond in strijd met bord model E1. Achterzijde proces-verbaal: als bestuurder in strijd met de Wegenverkeersverordening 2000, 134 in strijd met bord model E1 (parkeerverbod) [1]
2. De inspecteur [inspecteur 1] heeft op 23 juni 2018 het volgende gerelateerd:
“Het bord E1 is geplaatst op een hoogte van ongeveer 2.20 meter en is zichtbaar voor bestuurders die over de rechter rijstrook van de westelijke rijbaan van de naamloze weg komende vanuit de richting Abraham Mendes Chumaceiru Boulevard aan komen rijden. Bedoeld bord is ook zichtbaar voor de bestuurders die vanaf de Scharlooweg de naamloze weg leidende voor Plasa Mundu Merced op rijden. Voorafgaan aan het verbaliseren op 18 april 2018 heeft de brigadier [brigadier 2] zich overtuigd dat het bord E1 aanwezig is en dat het zichtbaar is voor de bestuurders komende van motorvoertuigen die op de naamloze weg voor Plasa Mundu Merced komende vanuit de richting van Scharlooweg en voor de bestuurder rijdende op de uitrijstrook van de Abraham Mendes Chumaceiru Boulevard. Er was geen voorwerp op of langs beide wegen die het zicht van de bestuurders belemmerde.” [2]
Bewijsoverweging
Verdachte heeft niet bestreden dat hij inderdaad geparkeerd stond op de ten laste gelegde locatie aan de linkerzijde van de weg. Verdachte voert aan dat hij het bord E1 niet heeft gezien.
Dit verweer kan niet slagen, nu uit de bewijsmiddelen volgt dat het bord er wel stond en goed zichtbaar was. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij oplettend is op de aanwezige bebording en dat hij, indien hij zijn voertuig ter plaatse wil parkeren, de nodige moeite doet om zich ervan te vergewissen of dat ook is toegestaan. Dat de betrokkene zich er niet bewust van was dat hij zijn voertuig heeft geparkeerd op een plaats waar dat voor hem niet was toegestaan, is een omstandigheid die voor zijn rekening dient te blijven.
Verdachte heeft voorts een juridisch verweer gevoerd. Hij heeft gesteld dat, ook indien het bewuste bord E1 er stond, dit bord geen werking had voor de plaats waar hij geparkeerd stond. De auto stond immers voorbij een aan de rechterzijde van de weg geplaatst bord E1. Omdat laatstgenoemd bord de werking van het aan de linkerzijde geplaatste bord opheft, was het parkeerverbod aan de linkerzijde geëindigd, aldus verdachte.
Het Gerecht volgt verdachte niet in zijn redenering. De door verdachte voorgestelde uitleg van de werking van bord E1 vindt geen steun in het recht. Artikel 6 lid 3 van de Wegenverkeersverordening (WVV) luidt:
De verkeersborden E1 en E2 van bijlage I gelden slechts voor de zijde van de weg waar zij zijn geplaatst.Reeds hieruit volgt dat de aanwezigheid van een bord aan de rechterzijde van de weg geen invloed heeft op de werking van een bord aan de linkerzijde.
Ten aanzien van de ‘werkingsduur’ van het bord E1 overweegt het Gerecht het volgende. De werkingsduur van een verkeersteken is niet uitdrukkelijk geregeld in de WVV. Het Gerecht valt voor de uitleg van dit begrip terug op de Nederlandse wet- en regelgeving. Uit de toelichting op de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens (Besluit 28 juni 1991, Stcrt. 1991, 134) volgt dat een bord E1 van kracht is voor het
wegvakwaarlangs het is geplaatst. Blijkens voormelde Uitvoeringsvoorschriften luidt de definitie van het begrip wegvak: "gedeelte van een weg tussen twee zijwegen of - indien geen zijweg aanwezig is - tussen twee punten waarop een verkeersmaatregel betrekking heeft". Het bord E1 blijft derhalve van kracht tot in ieder geval de volgende zijweg of verkeersbord waardoor de werking van het bord E1 weer wordt opgeheven.
Het Gerecht stelt vast dat voor de locatie waar het voertuig van verdachte geparkeerd stond, geen verkeersbord is geplaatst waarmee de werking van het bord E1 is opgeheven. Evenmin is er sprake van een zijweg, zodat sprake is van een wegvak. De werking van het bord E1 was dus niet opgeheven. Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is voorzien bij artikel 3 van de Wegenverkeersverordening Curaçao en strafbaar gesteld in artikel 119, tweede lid van die verordening. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

Handelen in strijd met artikel 3 van de Wegenverkeersverordening Curaçao 2000.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een verkeersovertreding. Hij heeft in strijd met het bord E1 zijn auto aan de linkerzijde van de openbare weg geparkeerd. Auto’s die vanaf de rechter uitrijstrook van de Koningin Julianabrug aankomen rijden zijn genoodzaakt om naar rechts af te wijken, waardoor zij de auto’s vanaf de Scharlooweg niet zien in hun rechterspiegel, totdat de twee rijstroken samenkomen. Met zijn handelen heeft de verdachte gevaar en hinder veroorzaakt op de weg voor de overige weggebruikers.
Gelet op het voorgaande acht het Gerecht de geldboete zoals door de officier van justitie gevorderd passend en geboden. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:54 en 1:58 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor vermeld onder ‘bewezenverklaring’;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
NAf 100,-- (honderd gulden),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters, bijgestaan door mr. T.M.A.D. de Lanoy, (zittingsgriffier), en op 27 juni 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.

Voetnoten

1.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal “Verkeersovertreding Algemeen” d.d. 18 april 2018
2.Het in de wettelijke vorm opgemaakte aanvullend proces-verbaal d.d. 23 juni 2018