ECLI:NL:OGEAC:2018:301

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
3 december 2018
Publicatiedatum
13 december 2018
Zaaknummer
CUR201702652
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van het Gerecht in het bestuursrechtelijke verzoek om teruggave van een vuurwapen

In deze zaak heeft eiser, de minister van Justitie, beroep ingesteld tegen de weigering van verweerder om te beslissen op zijn verzoek tot teruggave van een door de politie ingenomen vuurwapen. Het verzoek was ingediend op 7 september 2017, maar verweerder heeft hierop niet gereageerd. Eiser stelt dat deze weigering onrechtmatig is en dat hij recht heeft op een beschikking in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op 3 december 2018 uitspraak gedaan. Het Gerecht overweegt dat op grond van artikel 3 van de Lar een beschikking een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan is, en dat de weigering om een beschikking te geven gelijkgesteld kan worden met een beschikking. Echter, het Gerecht komt tot de conclusie dat het verzoek van eiser niet gericht is op het verkrijgen van een beschikking in de zin van de Lar, omdat er geen wettelijke grondslag voor een dergelijke beschikking bestaat.

Daarom verklaart het Gerecht zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep. Eiser kan, indien hij meent onrechtmatig te zijn behandeld, een vordering instellen bij de burgerlijke rechter. Het Gerecht ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is bekendgemaakt op 3 december 2018, en tegen deze beslissing staat verzet open binnen twee weken na de bekendmaking.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Uitspraak

op grond van artikel 79, eerste lid, van de Lar in het geding tussen:

[eiser],

wonende in Curaçao,
eiser,
gemachtigden: mrs. S.I. Da Costa Gomez en C.A. Peterson, advocaten,
en

de minister van Justitie,

verweerder,
gemachtigde: mr. P. Tweeboom, advocaat.

Procesverloop

Bij beroepschrift van 27 november 2017 heeft eiser beroep ingesteld tegen het weigeren van verweerder om te beslissen op zijn verzoek van 7 september 2017 tot teruggave van de door de hoofdinspecteur en brigadier van politie bij Unit Bijzonder Wetten ingenomen vuurwapen (het verzoek).
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Lar wordt in deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen verstaan onder beschikking: een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is. Op grond van het tweede lid wordt met een beschikking een weigering om een beschikking te geven gelijk gesteld.
Op grond van artikel 7, eerste lid, kunnen personen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
Op grond van artikel 79, eerste lid, aanhef en onder a, kan het Gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien verdere behandeling van het beroep hem niet nodig voorkomt, omdat het Gerecht onbevoegd is.
2. Het Gerecht acht verdere behandeling van het beroep niet nodig, omdat het Gerecht onbevoegd is. Hij overweegt daartoe het volgende.
3. Het verzoek van eiser is niet gericht op het verkrijgen van een beschikking in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Lar. Een wettelijke grondslag voor een dergelijke beschikking bestaat immers niet. Het niet beantwoorden door de minister op het verzoek kan dan ook niet worden aangemerkt als een weigering een beschikking te geven, die op grond van artikel 3, tweede lid, van de Lar zou zijn aan te merken als een beschikking, waartegen artikel 7, eerste lid, van de Lar beroep dan wel bezwaar zou kunnen worden ingesteld dan wel gemaakt. Zo eiser meent door het Land Curaçao op onrechtmatige wijze te zijn behandeld, kan hij ter zake een vordering bij de burgerlijke rechter instellen.
4. Uit het voorgaande volgt dat het Gerecht zich onbevoegd dient te verklaren kennis te nemen van het beroep.
5. Voor een proceskostenveroordeling ziet het Gerecht geen aanleiding.

Beslissing

Het Gerecht
verklaartzich
onbevoegd.
Aldus vastgesteld door mr. D. Haan, rechter in het Gerecht, en bekend gemaakt op
3 december 2018 te Curaçao, in tegenwoordigheid van mr. O.H.M. Leito, griffier.
Tegen deze beslissing staat verzet open binnen
twee wekenna de dag van bekendmaking van de uitspraak. Zie artikel 80 van de Lar.