Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Uitspraak
[eiser],
de Sociale Verzekeringsbank (SVB),
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
verklaarthet beroep
ongegrond.
zes wekenna kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Lar.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 23 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Nederland, en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over de toekenning van een ouderdomspensioen. Eiser had op 13 oktober 2015 een aanvraag ingediend voor AOV-pensioen, met een ingangsdatum die door de SVB was vastgesteld op 1 november 2014. Eiser was van mening dat hij recht had op een AOV-pensioen met terugwerkende kracht vanaf zijn 60e verjaardag op 24 mei 1999, omdat hij niet op de hoogte was van de noodzaak om een schriftelijke aanvraag in te dienen. De SVB had het bezwaar van eiser tegen het eerdere besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot het beroep bij het Gerecht.
Tijdens de zitting op 26 september 2018 was eiser niet aanwezig, maar de SVB was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Het Gerecht overwoog dat op grond van de Landverordening Algemene Ouderdomsverzekering (LvAOV) iemand die 60 jaar is geworden recht heeft op ouderdomspensioen, maar dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een langere terugwerkende kracht rechtvaardigden. Eiser had geen bewijs geleverd dat hij door een niet aan hem toe te rekenen oorzaak niet tijdig een aanvraag had kunnen indienen. De onbekendheid met de wettelijke regeling werd niet als een bijzonder geval aangemerkt.
Het Gerecht verklaarde het beroep van eiser ongegrond, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en er staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak.